United States or Moldova ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een lange rij dezer rotswoningen bevindt zich in den nauwen weg, die Geulhem verbindt met Berg en Terblijt. Voort loopt de wandelaar langs de woning, tevens koffiehuis en molen van den molenaar, waar vriendelijke dochters den dorstenden het heerlijke Limburgsch bier aanbieden.

Neen, ik heb niet gespeeld, ik heb het voor wat anders noodig, toe, geef ze me. Makatjuk! riep de kapitein zijn oppasser toe, krijg het geldkistje en breng het hier. Zachter, zachter! zei ik. Ik hoorde dicht bij de tent den gelijkmatigen pas van Guskoff. Wat?... waarom zachter? De gedegradeerde heeft ze me te leen gevraagd en die loopt daar buiten.

Wij keeren terug naar Middelburg, om vandaar den tocht opnieuw te beginnen. Van hier kan men twee wegen kiezen naar Domburg. De eene loopt voorbij het gehucht Buttinge, met de ruïne eener kerk, die reeds lang gesloopt is evenals het oud-adellijke huis Ravenstein, naar Grijpskerke.

Het is waar, dat hij een overtuigd aanhanger der nieuwe denkbeelden is, en als zoodanig gevaar loopt de onpartijdigheid te verliezen tegenover hen die dat nieuwe bestrijden. Volgens hem is het geen vaderlandsliefde, noch overtuiging des harten die de Islam-partij drijft in hun heimelijk-gevoerden strijd tegen den Westerling.

Hoor! weder klinkt het schel gefluit, en eensklaps zich vermannende, loopt de jonkman tot nabij de hut; blijft eenige oogenblikken voor de kleine deur staan, maar eindelijk eindelijk opent hij haar; treedt met een kloppend hart binnen, en staat weldra, doch zonder een woord te spreken, voor den nederliggenden jager.

De op deze wijze verkregen aarde wordt gestort in rieten manden, die men couffes noemt, en die van hand tot hand gaan tot boven op de kruin der glooiing. Het kanaal loopt zuidwaarts; men is er reeds ver mee gevorderd.

Eracle loopt langs al de opgestelde meisjes; ieder die iets op haar geweten heeft, beeft onder zijn blik, hij doorziet hun lichtvaardige en domme gedachten en gaat, het hoofd schuddend, ze allen voorbij zonder er één uit te kiezen.

En dan loopt hij daar door de straten met een gezicht alsof er nooit iets met hem gebeurd was. Waarom bleef hij nu maar niet voor goed weg? Sommige menschen zijn toch ook zoo onuitstaanbaar taai! MEVR. BERNICK. Maar Hilmar, wat zeg je dáár nu! HILMAR. O, niemendal.

Al zulke motieven gaan ook in de troubadours-poëzie over. In een rijmbrief aan zijn geliefde vertelt Arnaut de Marueil in alle bizonderheden hoe hij 's nachts op zijn sponde ligt te woelen, het dek van zich af gooit, op staat maar toch weer gaat liggen... en hoe hij overdag buiten zich zelf rond loopt, de mensen niet groet en niet antwoordt, niet wetend waar hij is of wat hij doen zal.

Daar is ook eene pyramidaal omhoog gaande rots, die te meer de aandacht trekt omdat er een torentje op gebouwd is; 't is thans een bouwval, die toren van Maurifolet, en men kan hem volgens de inlichtingen van mijnheer den postillon alleen bereiken door een inwendig in de rots uitgebroken wenteltrap. De weg loopt overigens tot St. Nectaire door eene zeer welvarende streek.