United States or Argentina ? Vote for the TOP Country of the Week !


Wij waren de beste vrienden; wij waren beide gevangenman en nu ... nu kent hij mij amper en hij is Luitenant-Ammiraal en ik ben matroos! Jonge Kees, jongen, spiegel je aan mij! Maar de zon is onder; ik ga ter kooi! Morgen de rest! Wel te rusten!" Ontvlucht en nog eens bij t' "Kregel Mennonietje." "Onze galei zette koers naar Salee.

De man begon daarop zo te lagchen, dat ik 'er kregel over werd, en vroeg of hij mij voor den gek hielde? Hij antwoorde daar weder op? Wel vriend! dat zoude ik u haast vraagen, wie heeft van zijn leven van zulke raare boeken gehoord, als waar gij van spreekt.

" man, wa' ben jij toch ongedurig!" viel hij toen kregel uit. "K

"Jawel, kapitein! U bedoelt dien Pieter Pietersz. Hein?" "Juist! Nu, ik ben gelukkig in zijne handen gevallen. Hij heeft mij gemaakt, die ik ben; aan hem heb ik alles te danken. Hij is nu onze Onder-Ammiraal!" "Ik weet het kapitein! Maar weet u ook wat er van het "Kregel Mennonietje" geworden is?" "Die volgt mij op den voet, Huib!

Fonske kreeg een heete kleur van schaamte en antwoordde kregel, haastig weer zijn haren platstrijkend. Och, moeder, zij-je nie wijs; 't es omda 'k 'n beetse brand op mijn achterheufd. Ha joa joa, zei de vrouw gerustgesteld. 'k Miende dat-e menier Gaëtan wildet noardoen. Ge 'n zoedt nie meugen, jongen, ze zoên 't ons kwoalijk nemen op 't kastiel. Kwoalijk nemen! Kwoalijk nemen!

Voor God en zijn gebod is geen ontzag; hierin is in Noord-Holland de eene plaats al gelijk aan de andere. Dat was in Weesperkarspel anders....." "Weesperkarspel is ook Noord-Holland", zei ik, ik geloof, ietwat kregel. "Heelemaal niet!" riep Bartje uit. "In Weesperkarspel was nog wel vreeze des Heeren. Weesperkarspel is volstrekt niet Noord-Holland".

Ik sloeg Marie eene kleine wandeling voor. "Si mademoiselle veut me permettre?" "Oui, ma chère." Terwijl het lieve kind mantille en hoed en parasol haalde, maakte de gade van den onbekenden Staatsraad mademoiselle een compliment over hare opvoeding: "elle avait si bien apprivoisée Marie ..." Ik heb een lastig zwak voor een Hollander onzer dagen: onverdiend toegezwaaide lof maakt mij kregel.

Die kleine jongen met zijn leeren, hij was mij in de school al heel wat vooruit, en met zijn Ammiraal-worden, deed mij denken aan het afscheid van den meester. Ik werd nijdig; maar niet op mij-zelven, zooals het behoord had, doch op den zonderlingen knaap, en met een "Wel jou Kregel Mennonietje, wou jij Ammiraal worden? Pluimgraaf, man, pluimgraaf word-je, anders niet!

»Nu dan eventjes als ik geen belet doe." En reeds trad hij de kamer binnen, in één adem door Antje aangemeld en toegelaten. Hij groette vriendelijk, maar zonder gemeenzaamheid. Zij antwoordde de begroeting deftig en zelfs wat stijf en kregel, maar er school toch verlegenheid onder die koele houding.

"Het Kregel Mennonietje is ziekentrooster aan boord van Ammiraal Claesensz.!" schreeuwde ik naar beneden. Plof! Daar kwam al weer zoo'n doek met zand tegen mijn lijf aan. Ik verloor het evenwicht, liep nog een eind vooruit om op de been te blijven, doch kwam toen tegen Witte terecht, en rolde met hem van boven neer. Met daverend gejuich werden wij onder het geroep van "Spanje! Spanje!" ontvangen.