Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 mei 2025
Maar ter andere zijde, bij een andere zuil, was Leandros zichtbaar geworden. Zozimus herhaalde zijn smachtend verlangen-motief, minder hoog, mannelijker: de basfluit domineerde telkens. Cecilius, die Leandros speelde, zegde zijne liefde, zijne smachting naar Hero.
Geef Zozimus een kussen, beval Plinius, in zorg voor zijn vrijgelatene, wiens gezondheid zwak was.... Zozimus speelde: aan éen mondstuk klonken de twee fluiten van zijn instrument ongelijk; de rechter- was de hooge, de linker- was de basfluit en hij improvizeerde zijn melodie rechts en begeleidde haar links. Het was een teeder, weemoedig ingezet voorspel.
Hoe is het ook weêr, als Hero klaagt van den toren af? vroeg Cecilianus. Zij repeteerden, aan den zoom van de zee. Hunne hooge stemmen klonken op, in recitatief, half zingende.... Zij zagen een jongen, bleeken man naar hen toe komen en zwegen. Ik ben Zozimus, zeide de jonge man. Ik ben vrijgelatene van mijn heer en hij verzocht mij jullie te zoeken. Ik draag voor en ik bespeel lier en fluit.
Zozimus, misschien, mijn vrijgelatene....? Bespeelt hij de fluit, heer? En goed! D
Alle de slaven nu, links en rechts, waren toegeloopen.... De beide knapen, op Zozimus' bassigen golfslag, herhaald en telkens herhaald op de linkerfluit, met de arabesk des verlangens, die scheen te verwarren in smartvaag en windvlaag, op de krijschende rechterfluit, klaagden hoog hunne stijging van ontroeringen uit. Toen verdween Leandros; hij verdronk, zijn hand wuifde nog het vaarwel.
Kom dan meê, zei Zozimus, terwijl Hermes in huis terug ging. Zozimus en Cecilius liepen de lange gebouwen om, den tuin in. Ter zijde van den porticus, die met een D toegang tot de villa verleende, zagen zij uit. Daar heb je ze, zei Zozimus. Ja, daar heb je ze, zei Cecilius, heel kalm. Het was Carpoforus, op zijn groote ros en vóor hield hij Cecilianus tegen zich aan.
Ze zijn hoogst bevallig en buitengewoon kunstvol, zei Quintilianus; maar ik geef de voorkeur aan het fijne fluitspel van Zozimus op de ongelijke twee pijpen, boven dit snerpen op zoo veel gelijke fluiten, dat overdreven wordt.... Het is prachtig! boog Martialis zich naar hen toe. Ze zijn archaïesch en hun kunst is toch modern, omdat zij zoeken de nieuwe emoties in het oude!
De Jager zat op den drempel, titaniesch en somber. Een slavin kwam aan. Plautilla zendt mij, zeide zij. Dit zijn de jasjes, voor de komediantjes. Omdat het aardiger is, als zij gelijk gekleed zijn. Leg maar neêr, zei de Jager somber. De slavin legde de kleêren op het smalle bedje, waar de jongens zamen zouden slapen. Zozimus speelde heel zacht.
Jij mag, zei Zozimus tot Cecilianus; ook zoo een celletje hebben, hier naast.... Dat hoeft niet, zei Cecilianus. Eén celletje is voldoende. We slapen altijd op éen matrasje. Het is een mooi celletje en we hebben.... ja, we hebben hier alles wat we noodig hebben. Het is een.... ja, héel geriefelijk celletje. Met die nissen, waar je je boel kan bergen. En wat een aardig lampje!
.... den edelen Plinius. En hij heeft ons zelfs gevraagd, toen hij weg ging, fluisterde Cecilius, met een blik naar de deur of Hermes niet hoorde; om de boeken en rollen in orde te brengen, want Hermes, die zet maar Latijn naast Grieksch en Zozimus is meê met zijn meester, om van lucht te veranderen, weet je, en nu zullen wij naar behooren de boeken schikken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek