Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
Het eene lied na het andere. Maar nooit straatliederen. De school en de overlevering hadden ons een heel repertoire bezorgd, altemaal liederen vol kleur en sentiment, beschaafd van taal en van toon. En steeds ging het ten slotte naar het godsdienstige toe. Met de Hernhutters zongen we: »Laat mij, slapend, op U wachten, Heer, dan slaap ik zoo gerust."
Als schaûwen grauw, Verjaagd door den dag van het hemelblauw, Smelten wij heen Als schuim der zeên Van de kindren van tijden zonder geween, Wijl de wiegezang luidt Van wind die ruischt uit, Stervend op 't hart van zijn eigen geluid. Wat donkre vormen zongen die wijs? De Uren die stierven, zwak en grijs, En zij droegen den buit Nog verzameld bijeen Uit de zege gestuit Door Een alleen.
Zij schenen echter wel in hun schik, en zongen allen in het koor onzer zeelieden mede; maar de wijze waarop zij steeds daarbij wat achterbleven, was alleszins vermakelijk. Gedurende den nacht had het nieuws zich verspreid, en vroeg in den morgen van den 23sten daagde een nieuwe troep op, behoorende tot de Tekenika, of den stam van Jemmy.
Maar al den nood en de ellende, welke het eendje in dien strengen winter moest doorstaan, te vertellen, zou te akelig zijn. Het lag in het moeras tusschen het riet, toen de zon weer warm begon te schijnen. De leeuweriken zongen. Het was lente geworden.
Toch durfden de kleintjes, die van alles wat er voorviel, zoo goed als niets begrepen, de aangeboden geschenken niet aan te nemen; mijnheer Sievers had zich voor het harmonium geplaatst, dat tusschen de twee tafels stond, en na een kort voorspel, zongen de kinderen in koor het altijd schoone: "Heilige nacht! Stille nacht!"
Groene bladen geven ons rupsen en insecten; rupsen en insecten geven ons eten. Veel en goed eten is het beste, wat er is," zongen de vogeltjes. Ook de wilde ganzen waren blij met den regen, die de planten uit hun slaap wekte, en gaten maakten in het ijsdak op de meren. Zij konden zich niet meer zoo ernstig houden, als tot nu toe, en begonnen een vroolijk geroep in den omtrek uit te zenden.
Daarom stonden zij te vijf uren 's ochtends op. Toen voeren zij met de schuit naar St. Cloud, bezichtigden den verdroogden waterval, en riepen: Wat moet dat fraai zijn, als er water in is! Zij gebruikten het ontbijt, wandelden, stoeiden, vermaakten zich op allerlei wijzen, plukten bloemen, aten en dronken, kortom waren volkomen gelukkig. De meisjes koutten, lachten en zongen als ontsnapte vinken.
En meteen stapte ze bij hem in den wagen. »Alles klaar, ja?« vroeg de meester. »Vooruit dan maar!« De paarden bogen de halzen voorover en zetten aan. »Hoera, hoera!« riepen de kinderen Ze wuifden met handen en zakdoeken naar familieleden en vrienden, die achter bleven. Daar ging het heen in fikschen draf. »Zingen, jongens!« riep Harms. De kinderen zongen hun hoogste lied.
Ik kwam terug aan de tramhalte, waar in de nachtelijke stilte en eenzaamheid, de telegrafische draden geheimzinnig zongen. Wat zongen zij: geluk of lijden? Het kwam er niet op aan: over enkele dagen zou ik wéten.... Daar naderde de tram uit New York reeds in de verte. Ik was de eenige reiziger voor den terugtocht. De beugel zong op zinken snaren en ik stapte in.
Regin, die aan verraad ligt te denken, is hem zeer vijandig: het ware dom dien dwerg te sparen." Niet lang daarna kwam Regin terug en vroeg of Fafners hart al gaar was. Siegfried echter sloeg den dwerg het hoofd af, at zelf het hart van Fafner op en dronk daarbij beider bloed, van Regin en van Fafner. Toen zongen de vogels weer in de boomen en Siegfried luisterde naar wat een zeide.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek