Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
Buiten dansten de witte wiven, en ze zongen, wachtende, daarbij een lied op een vreemde, eentonige wijs, maar de vrouw kwam niet naar haar toe. Ze hield de handen tot gebed gevouwen. "God in den Hemel," zoo bad zij, "Vader der schepselen verlos mij van den nood red mij uit de scherpe tanden en klauwen. Leid mij, want de nacht is gekomen, en de morgen nog verre.
Zacht streelde de wind over haar heen en orgelde door de dennen. Ze sliep door, droomende van de Vrouw, en van den kikker, en van het geluk, niet meer alleen te zijn. En de wind zong zijn zangen in de donkere kruinen. En de kruinen zongen het licht tegen, dat hen 't eerst zag.
Zij zongen en brulden in koor het welbekende lied: Waar kunnen wij ook beter zijn Dan bij onz' goede vrienden? en slaakten wild daar tusschen door harde schreeuwen en kreten als dierengeluiden, met af en toe hoog en schril opgalmend meisjes-gegil, als greep er een worsteling plaats.
En toen het kind verscheen, verheugden de godinnen zich en de geesten van Pé en van Dep zongen lofliederen haar ter eer, want de dochter van Amon-Ra zou eens op den troon van Horus van de Levenden zitten en over het Land van Egypte regeeren tot eer van de Goden. Hatshepsut werd zij genoemd, eerste der Edele Vrouwen, goddelijke der Diademen gunstelinge van de Godinnen en geliefd door Amon-Ra.
Hy verloor dan ook iets van z'n bedeesdheid, en antwoordde een-en-ander op de praatjes van juffrouw Laps, die hiermee zeer in haar schik was, al bleek er dan ook telkens dat zy en haar kleine gast niet uit denzelfden sleutel zongen. Dat zou straks wel beteren, hoopte ze. Van-tyd tot-tyd dacht Wouter aan de eigenlyke reden van z'n komst, of althans aan wat daarvoor was opgegeven.
Hij was lang, lang, of er geen eind aan kwam; en uit alle wagens, uit alle raampjes, uit alle portieren hingen risten jonge mannen naar buiten geheld, die zongen en brulden, en armen zwaaiden en stampvoetten en schreeuwden, alsof zij allen wild-krankzinnig waren.
Zoo zult ge het slechts kunnen waardeeren, dat ik nog de wilskracht bezat, kort achtereen, één middelsoort- en twee kleine aardappelen te jassen. Ook mijne vrienden namen nieuwe aardappelen ter hand, en, onder het werk zongen wij ... de Internationale. »Hou je bekke!« riep de sergeant. Toen hieven wij, schoon verschrikt, het altijd zoo aardige lied aan van: »Weet je al van kóóóóssie«
Maar een rukwind sloeg er in en zwalpte het doek van ons af. We riepen allen om hulp, maar dat baatte ons weinig. Hulp kwam niet opdagen. We vergingen om zoo te zeggen van honger en dorst, dorst vooral. Sommigen van ons begonnen aan redding te wanhopen. Om den moed er in te houden en om afwisseling in onze treurigheid te brengen, zongen we gemeenschappelijk liederen. O, dat klonk zoo weemoedig.
Wij vouwden de handen, sloten de oogen, luisterden naar het suizende gaslicht en naar de eerbiedige stem: »Notre père qui est aux cieux! Ton nom soit sanctifié. Ton règne vienne!" Er zweefde stille vrede in onze harten. Pas had het »Amèn" onze oogen en handen ontsloten, of we hoorden: »Chantons pseaume...." Dan sloegen we de psalmboeken open, echte Fransche, zochten het lied op, en zongen.
Hij stond nu op den weg en de Jager zag hem zijn blauwen, vreemd heiligen vlamblik wenden naar hem. De blauwe blik van den Ziener ontmoette den bezorgden blik, dien van een lief, sterk beest, des Jagers. En hij talmde een oogenblik. Rondom hem zongen zij, blaatten zij....
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek