Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 oktober 2025
Het kind glimlachte zoetjes, mondje open, handjes slap op den buik.
"Wacht", lispelde ze zoetjes, "wacht, als 't u belieft ... och! och!..." Toen stak ze hard en wijd-open hare oogen en keek ernstig toe. "Watte?" vroeg ze, "wat zegt ge daar?" En ik, geheel verslagen en 't harte bijna ingestampt: "Uw zoon, moedertje", antwoordde ik, "hij is niet wel ... hij is zoo schielijk.... God is wreed, moedertje, maar wij moeten in hem berusten, dat weet ge toch niet waar?"
Hij voelde zich wiegen op de walsmuziek, zoetjes deinend als op lange kalme golven, op zee bij zacht zomerweer, oprijzend en wegzinkend, aanglijdend en afzakkend.
»Wij worden zoo zoetjes aan er op voorbereid om met die snelle afwisseling van hitte en koude maanbewoners te worden," sprak Michel Ardan zich het gelaat afvegend. »Daar hebben wij de maanbewoners weer!" »Nu ja, maar 't is toch wel de moeite waard daarover te spreken." »Dan doen zich," antwoordde Barbicane, »twee vragen op: is de Maan bewoonbaar, en is zij bewoond geweest?"
Traag wendden hare oogen en ze hief hare hand naar hem, welke zeer teer was geworden en broos uit de kanten mouw opstak. Ernest vatte hare hand. Hij zag hare lippen niet, terwijl ze sprak. Haar gelaat kleurde weg in de witte schaduw van het kussen. Ernest, sprak ze, ik heb zoo gaarne dat ge hier zijt .... Hij vroeg of ze nog zoo erg leed. Ze glimlachte zoetjes.
Heur gewonde handen trokken de vunzende vendels vaneen, tot ze onmachtig was nog iets te doen. Ze kreet een laatsten asem uit, geweldig om hulp en dan zakte zij door hare beenen en viel op den grond en lag er nog wat zoetjes te kermen en te piepen en haar droog uitgemergeld lijf en heur kleeren, 't brandde daar stillekens uit lijk een wassen keersken.
't Meiske, met zijn' teele melk, op zijn bloote voetjes, lang, gelijk nen terruwstelk , zoetjes, zoetjes, zoetjes terdt het voort, en anders niet als zijn teele melk en ziet't. 't Meisken hoorde: „Goedendag!” zeggen, zoetjes, zoetjes: „Mietje!” 't Meisken ommezag... op zijn bloote voetjes viel de melk en, vol verdriet, wie dat 't was en wist het niet.
Hij kon, zoo bijzonder innemend, zijn onrustig kopje almeteen laten neerbuigen, even schuins, zoodat het daar zoetjes en vlijtig te peinzen hing op zijn enge borst. Hij was de bewerker geweest der wonderlijke katholieke tucht, en hem was het te danken dat de behoudheidspartij tot hare groote macht kon geraken.
Misschien komen wij zoetjes aan wel zoo hoog, dat wij plotseling op het koninkrijk Candaya neervallen kunnen, als een valk op zijn prooi. In allen gevalle is Krukhouts vlucht van verbazende snelheid, en ofschoon wij nog pas een half uur uit den tuin weg zijn, kunt gij er staat op maken, dat wij reeds honderden mijlen achter den rug hebben."
En zoetjes, heel zoet en liefelijk, als een balsem die haar huid en haar binnenste doordrong, liet zij zich door het denkbeeld kussen, dat zij nu oogenblikkelijk de heerlijkheid, die zij wachtte, tegemoet ging. In langzaamen dans, op de maat van den paardenhoefslag, zuisden de hoopschijnsels door haar mijmeren. Zij droomde van een vereeniging met hem, een eeuwig en alleen samenzijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek