Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Maar de stormwind kwam en blies de regen daaronder. Nu had zij gezien, dat de stam luwte gaf. Daarop ging zij heen en maakte eene wand van plaggen en zooden; eerst aan de eene zijde en vervolgens aan alle zijden. De stormwind kwam terug, woedender als te voren, en blies het dak weg. Maar zij klaagde niet over Wralda, noch tegen Wralda. Maar zij maakte een rieten dak en legde steenen daarop.
Zeven aardvoet is zij hoog, hare wijsheid is nog grooter als haar ligchaam, en haar moed is gelijk beide te zamen. Zie hier, er was eens een veenbrand, drie kinderen waren op gindschen grafsteen gesprongen. De wind blies fel. Iedereen schreeuwde en de moeder was radeloos. Daar komt Adela: Hoe staat en talmt gij, roept zij, tracht hulp te verleenen, en Wralda zal u krachten geven.
Maar Wralda liet zijne ziel los, daarom verdronk hij in den wijn en in zijn overmoed, eer hij daarmede beginnen konde. Na zijn dood, werd het rijk gedeeld door zijne vorsten. Zij zouden elk een deel voor zijne zonen bewaren, doch het was hun geen meenen. Elk wilde zijn deel behouden en zelfs vermeerderen. Toen kwam er oorlog en wij konden niet terug keeren.
T-is wêr, thåt Irtha warth bihwyla âk Alfêdstre hêten, thrvchdam hju alle früchd ånd nochta bêrth, hwermitha månnisk ånd djar hjara selva fêde. Thach ne skolde hju nêne früchd ner nocht navt ne bêra, bydam Wralda hja nêne krefta ne jêf. Ak wiva ther hjara bern måma lêta an hjara brosta, werthat fêdstra hêten. Thâ ne jêf Wralda thêr nên melok in, sa ne skoldon tha bern thêr nêne bâte by finda.
Ten oosten paalden wij tot het uiteinde der Oostzee, en ten westen aan de Middellandsche zee, zoodat wij buiten de kleine rivieren wel twaalf groot zoetwater stroomen hadden, ons door Wralda gegeven om ons land vochtig te houden en om onze zeevaarders den weg naar zijne zee te wijzen.
Tast nooit aan het volk van Lyda, noch van Finda, omdat Wralda zoude hen helpen; zoodat al het geweld, dat van u uitging, op uw eigen hoofd zoude terugkeeren. Zoo wanneer het mocht gebeuren, dat zij van u raadgeving of iets anders begeerden, zoo behoort gij hen te helpen. Maar komen zij om te rooven, val dan op hen neder als het bliksemende vuur.
Hwat mênst nw thåt tha prestera dêdon, thåt mot ik jo melde, âk mot-i thêr sêralik acht vp jân, forth mot-i over hjara bidryv ånd renka wâka mith alle kråftum, thêr Wralda in jo lêid heth.
In den naam van Wralda, van Frya en der vrijheid groet ik u, en bid u zoo ik sterven mocht, eer ik eene opvolgster benoemd heb, dan beveel ik u Teuntja aan, die Burgtmaagd is op de burgt Medeasblik, tot op heden is zij de beste. Dit heeft Gôsa nagelaten. Alle menschen heil.
Wralda is overal tegenwoordig, maar nergens te aanschouwen, daarom wordt dit wezen geest genoemd. Alles wat wij van hem zien kunnen, zijn de schepselen die door zijn leven komen en weder heengaan, want uit Wralda komen alle dingen en keeren tot hem weder. Van uit Wralda komt de aanvang en het einde, alle dingen gaan in hem op.
Toen zij hun leed verteld hadden, en daarover vele woorden gewisseld waren, vroeg Friso ten laatste, of zij niet een goede haven in hun land hadden. O ja, antwoordden zij, eene beste, eene door Wralda geschapen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek