Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 10 juni 2025


In den ketel kookt en woelt en brult de stoom, die van dit middelpunt, het onstuimig kloppend hart van den reus, door honderden buizen, als zoo vele aderen, de levenskracht doet uitgaan, welke het gansche mechanisme in beweging zet.

't Is mij lief, je wel te zien." "En hoe staat het met het schip en de lading?" vroeg ik. "Is er veel schade." "O! wat de lading betreft," antwoordde Pulver: "die is grootendeels geborgen; maar het schip, kijk er van af, zeg ik: dat woelt al gedurig meer in het zand: en ofschoon UEd. het vandaag nog hebt kunnen zien, zal het morgen wel heelendal naar den kelder zijn."

In den ketel kookt en woelt en brult de stoom, die van dit middelpunt, het onstuimig kloppend hart van den reus, door honderden buizen, als zoo vele aderen, de levenskracht doet uitgaan, welke het gansche mechanisme in beweging zet.

Glad is de ijskorst van den winter, die den rug der waatren dekt, En den helder-blaauwen hemel tot een blanken spiegel strekt; Maar wie meldt het, wat daaronder in den schoot dier waatren huist? Wat er in de donkre diepte langs den bodem woelt en bruist? Feest is 't op den Ammersode, schoon geen dartel looffestoen Poort of brug omzwiert met bloemen, nis noch zuil met lachend groen.

Tot tijdverdrijf, hoofdzakelijk voor zijn vermaak althans, woelt hij soms ook wel een boompje of een struik uit den grond; daartoe veegt hij met zijn kolossalen hoorn zoo lang de aarde tusschen de wortels weg, totdat hij den struik vatten en uit den grond lichten kan, waarna hij de wortels er afbreekt en deze verslindt.

"Wel Mevrouw!" zeide Reynhove: "'t zou immers een al te groote cruauteit in u zijn, ons niet te permitteeren van zulk een aangename sociëteit te profiteeren." "'t Is solk aen schones wetter," zeide Weinstübe: "en Plaek kan oe immers weer afzetten waar je woelt. We motten toch weer nach Amsterdam mit ten abend." "Welnu! wat zeggen de jonge dames er van?" vroeg Tante: "ik ben wit papier."

De reus rijst op, en schudt de onzichtbre boeien, En brult, of hij zijn kerker openstiet; Hij woelt en tobt, als om, met ijzren vingren, Wat ademt in zijn diepte neêr te slingren.

Op zekeren morgen aan het ontbijt zeide Sid: "Tom, je woelt tegenwoordig den ganschen nacht door en je praat zoo in je slaap, dat je me uren wakker houdt." Tom verbleekte en sloeg de oogen neder. "Dat is een kwaad teeken," zeide tante Polly, ernstig. "Je hebt toch niets op je geweten, Tom?"

Hoor het loeien van den storm en het angstwekkend gebruis van de branding, zie, hoe de zee woelt en kookt, en merk op, hoe de sneeuwjacht u in het gelaat striemt en u de pijnlijke oogen doet sluiten. 't Is koud, bitter koud. Ginds, ver in zee, wordt een licht zichtbaar. 't Moet van een groot stoomschip zijn, want het houdt koers naar de kust, midden voor den waterweg.

Maar als nu in 't Oosten Het zonnetjen daagt, Zijn plotsling de beelden En droomen verjaagd. De muildieren trapplen; 't Woelt alles dooréen De bende is verdwenen! Wie zegt u waarheen? Door de Afrikaansche lucht gezengd, Marcheert een oorlogsdrom: 't Zijn Vreemden, bont dooréen gemengd, Vergaderd van alom.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek