Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 10 juni 2025
O, het pijnigt me zoo, het woelt zoo in me, altijd, altijd ... En ik ben niet kleingeestig jaloersch, ik ben dat nooit geweest: ik begrijp het wel, dat van die vrouw, dat van vroeger, al vind ik het vreeslijk! Maar je bent altijd zoo vreemd, zoo stil, zoo treurig, en zoodra ik daarover nadenk, twijfel ik, zonder het te willen, Frank, zónder het te willen, dat zweer ik je!
Hoog, hoog boven de aarde, om de lenden der bergen worstelt, woelt, en geeselt hij; door rotsspleten en spelonken waart hij rond met snerpend geloei; in den diepen afgrond gromt hij; in de eenzame woestijn, waarin geen geluid gehoord wordt dan het zijne, drijft hij het zand te hoop; door de wildernis wandelt hij om, met luidruchtig geweld; en de onmetelijke zee, is hij niet grooter dan zij? haar broeder, haar ontzaglijke speelgenoot, haar woedende bestrijder!
Alles loopt en dringt en duwt en woelt en krioelt door elkander; men biedt en looft, men kijft en klapt in de handen: dit alles veroorzaakt een rumoer, waarvan een vreemdeling zich bezwaarlijk een denkbeeld vormen kan.
Het is gemakkelijk wijs en matig wetenschappelijk te zijn in het verklaren van dien koortsigen aandrang der bijen als een juisten en overwogen stap in den algemeenen ontwikkelingsgang. Maar is het niet vóór alles de Natuur, de verkwijnde geslachtsgeest, die ontwaakt, of tenminste even woelt, in haar eeuwenlangen slaap?
Relt ge de belle, Wekkert een vlucht Klinkende schellen Wakker de lucht, Woelt er een stoutvlerk, Hemelgenoot, Al het schoon goudwerk Open en bloot. Zilveren schalen Storten in 't land; 't Regent koralen, 't Regent briljant. Waar is de muiter, Waar is de dief? Vang je, hoogfluiter, Gouden gerief? Bonte trompetter, Boven den tijd Wekt uw geschetter Werelden wijd!
Ook spoort de overal rondsluipende Ichneumon de plaatsen op, waar het gevreesde Reptiel zijne talrijke eieren verborgen heeft; het graaft en woelt den grond op, totdat het de diep verborgen schat bereikt; dan eet het in korten tijd, ondanks de waakzaamheid van de moeder, het geheele nest leeg en wordt hierdoor tot een onwaardeerbaren weldoener van de menschheid.
Radeloos van angst wringen zij de handen en hun noodgeschrei stijgt ten hemel. Nog is het donker, nog loeit de storm en jaagt hun de natte sneeuw in het gelaat, nog woelt en kookt de zee, die hare golven over het dek werpt en menig en schipbreukeling wegspoelt en meesleurt in de diepte.
Hier kunt gij nederzitten, en luisteren naar het geraas van den bergstroom, die, honderd vaam beneden u, in eene duistere kolk geschoten is, waar hij woelt en knaagt aan de fundamenten der gesteenten.
De postillons, opgericht in de stijgbeugels, drijven met rustelooze zweepslagen de paarden in den vloed; de koetsier schreeuwt, tiert en vloekt; het water, wit van schuim, woelt en dwarrelt en spat in het rijtuig: eindelijk, nu eens rechts, dan weer links overhellende, bereikt de zware kales toch zonder ongelukken den overkant en houdt eenige minuten later stil bij eene pleisterplaats.
"'t Oord, waar de Merwe den wortel besproeit Van Gorkums ondwingbare wallen, En, 's winters heur baren verheffende, woelt, Om beemden en wei te overvallen, Met ramp te overstorten den weligen grond, Waar 't adellijk slot der Van Arkels eens stond".
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek