Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 20 juni 2025
Waarom zoeken de menschen toch zoo vaak hun ongeluk in een levenspositie, te groot voor hun aanleg? We woonden in de Nieuwe Leliestraat. Vader had een gering inkomen. Waar leefden we dan van? Christine, de oudste, ging in een betrekking, voor nacht en dag, als winkeljuffrouw. Dan had ze tenminste goede huisvesting, goeden kost, en wat geld voor haar kleeding.
Ze was blij, toen hare tante de trap opging, die toegang verleende tot een zaal, waar slechts twee jonge meisjes aanwezig waren en waar stapels fijn linnengoed in de winkelkasten tegen den muur waren geborgen. Er heerschte een aangename warmte en Elsje vond dat de winkeljuffrouw, die hare tante aansprak, een vriendelijk gezicht had. "Wat is er van uw dienst, mevrouw?"
"Maar ik wil veel liever niet zoo'n stijf korset aan hebben," klaagde Elsje. "Geen woord meer. Je doet nu dadelijk, wat ik je zeg," klonk het gebiedend. Met een zucht kleedde Elsje zich uit en liet zich door de geduldige winkeljuffrouw het eene korset na het andere aanpassen. O, wat verveelde het haar en wat werden hare beenen moe en stijf van dat lange staan!
Ze was begonnen als winkeljuffrouw bij Jörgen Kruse, in den tijd, toen hij nog een bescheiden komenijs-mannetje was, die kaarsen, en witte suiker en stroop verkocht aan den kleinen man. En eerst een heele poos, nadat ze hem een zoon geschonken had, werd ze tot de waardigheid van "Juffrouw" verheven en kwam in de kamer, als ze in den winkel gemist kon worden.
Mevrouw d'Ablong keek haar ontevreden aan; zij vond het in 't geheel niet noodig dat de winkeljuffrouw wist dat Elsje haar nichtje was. Het kind was eerst zoo dwaas verlegen geweest hier en nu opeens die uitroep! "Jawel, het uitzicht is hier niet onaardig," zei ze kortaf. "Maar kleed je nu maar gauw uit; wij hebben nog zooveel te doen. Zoudt u meteen eens onderlijfjes willen laten zien, juffrouw?"
Hij is het type van den romance-held, die door overdrijving van allerlei eigenschappen, tot abnormale uitingen komt, zooals een kleine jongen tot stelen komt door het lezen van detective verhalen, of een winkeljuffrouw zich gaat verbeelden, dat zij de lang verloren dochter is van een geheimzinnigen graaf.
Soms veroorlooft hij zich nog de weelde van een roomhorentje of een confituurtaartje, dat hij o! zoo chic en o! zoo langzaam vóór de toonbank verorbert, tot ergernis van de juffrouw, die, zooals zij ’t noemt, haar hart vasthoudt dat er op ’t oogenblik, dat „meheer Kauwbeen” er is, dames zullen binnenkomen. Hij haast zich volstrekt niet en praat al etend met de winkeldochter: „Ik heb indertijd dikwijls vèn die côtelettes en robe de chèmbre hier vèndèn gehèd; dèr hèd de pètroon bepèld slèg vèn om ze èppètissènt te prépèreeren,” zegt hij, kruimken voor kruimken kauwend. „Ik woonde toen ter tijd op kèmers op ’t Rokin; ’t is onèngenèm voor me, dèt ik me lèter min of meer moest ... hum!... Enfin! ik heb...” Daar komen eenige dames binnen, en de winkeljuffrouw, die hem tot dusverre heeft aangehoord, zegt eensklaps: „Ik krijg zeven en een halven cent van u!”
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek