Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 mei 2025
Zijn eerste stap was naar de wiege, maar moeder deed haastig teeken om hem te weerhouden. Laat ze, ze zijn pas in slape, Jan. Ze zullen schreeuwen heel den avond. Dat was 't minste van de reden: ze was eigenlijk jaloersch als ze er niet bij kon zijn om te spelen. Aan 't lage tafelken aten zij den mageren avondkost met goeden smaak.
Ze dekte bezorgd de wiege toe met 't gebloemde doek voor de vliegen en ging haastig in de weefkamer werken op 't getouwe. Den lap af tot aan de tweede smette, was heur voornemen, dat was de duur van een heelen achtermiddag; met dapper te werken kon ze tegen den avond gedaan krijgen en te vespertijd nog de kinders te zuigen geven en heur Jans besteek gereed doen.
Ontlastend troostte het slot en blijder weer klonk het met vlijtiger stemme: Sa, jonge meiskes, al voor het laatste, Al voor het sluiten van mijn treurig lied, Als gij wilt vrijen, doet maar uw beste Of de jongens brengen u in groot verdriet! Ze wachtte en luisterde omdat ze meende gerucht te hooren bij de wiege, en ze keek hoe ver de lap gegroeid was.
Niet mijne latere reizen door de Kempen hebben mij het gevoel van de schoonheid der heide gegeven; alsdan, toen ik eerst de kindsheid ontgroeide, heb ik hare indrukken in mij vergaderd, hare kruiden geteld, hare geruchten afgeluisterd, ben ik in hare geheimen gedrongen en heb ik ze geliefd en bemind, als hadde mijne wiege op hare maagdelijke vlakte gestaan.
En nu zult gij geheel mijn plan vernemen. Hier dicht bij woont mijn landsman Muliteus, Wiens vrouw de voor'ge nacht bevallen is; Het kind gelijkt op haar, is blank als gij; Gaat, praat met haar en geeft de moeder goud; Vertelt dat paar 't beloop der gansche zaak, En hoe hierdoor hun kind verhoogd zal worden En als des keizers erfgenaam erkend, En voor dit wicht van mij in plaats gesteld, Om dezen storm ten hove te bezweren; Dat wiege dan de keizer als zijn zoon.
Op onze dreigende vragen haalde zij eene roggeboterham uit de wiege van haar kind; en ons die toereikende, zeide zij met tranen in de oogen: "Ziet, vrienden, dit is al wat mij overblijft: ik had het bewaard voor mijn arm schaapken."
DE ENGEL. Rosa, du weets niet wie ik ben; en toch, van dijne geboorte tot heden heb ik dij nooit verlaten. Ik stond bij dijne wiege, en zond over dij den zoetsten slaap; dijne lieve droomkens waren bloemen, uit mijne hand over dijn beddeken gestort. Ik bestierde dijne eerste stappekens en wierp voor dijne voetjes de steenen uit het hobbelige pad des levens.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek