Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 mei 2025
Hij was dan ook reeds, zoodra de zonnestralen de daken van het slot vergulden, in de cel, waar hem vader Syard gevonden had, teruggekeerd. Hij opende het raam: de frissche morgenlucht verkwikte hem: er was een weinig regen gevallen, en van grasplanten en struiken steeg een balsemende geur naar boven: vroolijk zongen de vogels hun morgenlied en loeide het vee in de weide.
Wat is het bovendien aangenaam, dat men zoo vele goede en nuttige dieren, zoo vrij en vrolijk in de weide ziet omspringen en huppelen; hier zijn zij bijna altijd onder het juk of op de stallen, als in eene gevangenis opgesloten.
Hij stond op en ging naar de deur. De nacht, dien Lewin op het hooi in de weide had doorgebracht, was niet vruchteloos geweest. Zijn zaken, zooals hij ze tot hiertoe had gedreven, hadden zijn belangstelling verloren. In weerwil van het uitzicht op een goeden oogst, had hij, naar zijn meening, nimmer zooveel onaangenaamheden en tegenwerking van de arbeiders gehad als juist in dit jaar.
De Vlamingen hun Aanleider nevens zoveel makkers ziende vallen, en geen keien meer hebbende, deinsden zonder wanorde naar hun leger af; een enkele slingeraar van Veurne bleef te midden der weide alleen staan, alsof hij de schichten der Fransen trotsen wilde.
Maar op zeekren vroegen morgen, Als het dorpjen lag te slapen, En de mist daarhenen rolde Als een geest bij 't ochtendkrieken, Ziet! daar zag hij, nederblikkend, In een weide een jonkvrouw wandlen, Die er eenzaam lelies plukte Bij een beekjen in de weide.
De vlakte had hier hetzelfde voorkomen als die om Buenos Aires, met kort en lichtgroen gras, met klaver- en distelvelden, en ook bizcacha-holen. Ik stond zeer verrast door de zichtbare verandering in voorkomen van het land, nadat ik de Salado was overgetrokken. Uit een grove weide kwamen wij op een tapijt van fraai groen gras.
Nadat Lewin en Wesslowsky meer dan de helft van het moeras waren omgegaan, kwamen zij aan een weide, die in lange stukken aan de boeren verpacht was; de helft dezer stukken was reeds gemaaid. "Hei! jagers!" riep hun een der boeren toe, die op een uitgespannen telega zat: "sterkt u eerst met een ontbijt en een slok!" Lewin keek om. "Komt toch!
Dat had gekund, ja; maar dan leefde ik nu niet meer. Toen hij wegreed, braakte hij de heftigste bedreigingen tegen mij uit. Den volgenden dag ging ik op de groote weide. Er viel een schot uit een boschje, waar ik voorbij moest. Hij had niet goed gemikt, want de kogel ging tusschen mijn arm en mijn lichaam door. Twee duim meer naar rechts en ik was in het hart getroffen geweest.
Aarzelend kwam het licht over de weide, nog maar alleen de hoogste topjes er op kleurende. Het aarzelen werd zékerheid; en toen kwam het aanjubelen: het Licht, het Zonlicht, het stralende, goede Liefdelicht ... over
"Maak u daar niet bezorgd over, mijn zoon," zeide Don Quichot. "Al waren wij nog zoo ruim van mondvoorraad voorzien, toch zou ik daar niets van aanraken. Ik zal mijn leven rekken met de kruiden, die hier in de weide groeien en met de vruchten des wouds, want zoo verlangt het de waanzin, waaraan ik mij prijs zal geven." "Nu, dan wensch ik u smakelijk eten!" zeide Sancho. "Maar nog één ding!
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek