Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
"Waarheen? en wat wilt ge?" vroeg de nar. "Cedric bevrijden!" "Maar gij hebt u eerst eenige oogenblikken geleden aan zijn dienst onttrokken," zei Wamba. "Dat was maar," antwoordde Gurth, "zoo lang hij gelukkig was: volg mij." Toen de nar op het punt was van te gehoorzamen, verscheen er eensklaps een derde, die aan beiden beval te blijven staan.
"Wat is er ons aan gelegen?" hervatte Gurth, die nu zijn kudde vóór zich gekregen had, en ze met behulp van Fangs langs een van die lange donkere lanen dreef, welke wij reeds getracht hebben te beschrijven. "Maar ik moet de ruiters zien," antwoordde Wamba; "misschien komen zij uit het land der Feeën, met een boodschap van koning Oberon."
"Waarachtig," zei Wamba, "in weerwil van al mijne dwaasheid, zal ik uwe dwaze boodschap niet doen. Cedric heeft nog eene werpspies in den gordel, en gij weet, hij mist niet altijd het doel!" "Het is mij onverschillig," hernam Gurth, "hoe spoedig hij mij tot zijn doelwit verkiest te maken. Gisteren liet hij Wilfrid, mijn jongen meester, in zijn bloed liggen.
"Welke van deze laatste was de goede daad en welke de slechte?" viel hem de ridder in de rede. "Goed gevraagd! Goed gevraagd!" riep Wamba uit. "Geestig gezelschap scherpt het verstand. Ik wil er op zweren, heer ridder, dat gij geen zoo goeden inval gehad hebt, toen gij dronken avondgebeden met den woesten kluizenaar opzeidet. Maar om voort te gaan.
"Het is Malvoisin's horen," riep de Molenaar opspringende, en naar zijn boog grijpende. De monnik liet de flesch vallen en greep naar zijn knots. Wamba bleef in het midden van eene scherts steken, en tastte naar zwaard en schild. Alle overigen grepen naar de wapens.
Ik wenschte, dat ik een deftige Prior of barrevoetsche pelgrim ware, om gebruik te kunnen maken van zulk een ongewonen ijver en beleefdheid; zeker, ik zou mij met een handkus niet tevreden stellen." "Gij zijt toch zoo geheel gek niet, Wamba," antwoordde Gurth; "gij oordeelt naar den schijn, wat de wijste van ons ook doet. Maar het is tijd naar onze bezigheden om te zien."
Ge kunt wel verstandig zijn, zoo ge maar wilt; geloof mij nu, en laten we ons naar huis spoeden, voordat de storm begint te woeden, want het zal een verschrikkelijke nacht worden!" Wamba scheen de kracht van deze redeneering te beseffen, en volgde zijn makker, die zijn tocht begon na een grooten stok opgenomen te hebben, die op het gras naast hem lag.
Na te vergeefs beproefd te hebben zijn hand aan de oogen te brengen, zei hij tot Wamba, die zoodra hij de slechte luim van zijn meester ontwaarde, zich voorzichtig bij de achterhoede gevoegd had: "Ik bid u, wees zoo goed en veeg mij de oogen af met de slip van uw mantel; het stof hindert mij, en deze banden veroorlooven mij niet mij zelven, op de eene of andere manier, te helpen."
"Ik versta geen andere taal," zei hij, "dan mijn eigene, en een paar woorden van hun laf Normandisch! Hoe zal ik mij als een eerwaarde vader gedragen?" "De kunst ligt in twee woorden," hernam Wamba: "Pax vobiscum beantwoordt alle vragen. Of ge gaat, of komt, eet of drinkt, zegent of vloekt, Pax vobiscum helpt u overal door.
Neem nu den raad van een nar aan en gij zult niet lang meer hier blijven." "Hoe meent gij dat, schelm?" antwoordde de Sakser. "Neem dit kleed en het koord," hernam Wamba, "in welke al mijn heiligheid bestaat, en ga gerust uit het kasteel, terwijl ge mij uw mantel en gordel laat, om den sprong in de lucht in uwe plaats te doen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek