Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 juni 2025
"Dadelijk, dadelijk, het zal geschieden!" antwoordde Gurth, en vertrok onmiddellijk om den last te volbrengen. "Ik wenschte wel te weten," zeide Wamba, toen zijn makker vertrokken was, "wat gij, pelgrims, in het Heilige Land leert?" "Onze gebeden opzeggen, nar," antwoordde de pelgrim, "onze zonden betreuren, en onze lichamen kastijden door vasten, waken en lange gebeden."
"Wat meent gij," vroeg de ridder; "denkt gij, dat zij ons zonder dit teeken van broederschap zouden aanvallen?" "Neen, daar zeg ik niets van," antwoordde Wamba; "want groene boomen hebben zoowel ooren als steenen muren. Maar kunt gij mij zeggen, heer ridder: wanneer is het beter, dat uwe wijnkan en beurs ledig dan vol zijn?" "Wel, nooit dunkt mij!" antwoordde de ridder.
"De zwijnen in Normandiërs veranderd, tot mijne verlichting!" hervatte Gurth; "verklaar me dat, Wamba, want mijn brein is te suf en mijn geest te geplaagd, om raadsels op te lossen." "Wel, hoe noemt ge die knorrende beesten, die dáár op vier pooten rondloopen?" vroeg Wamba. "Zwijnen, nar, zwijnen," antwoordde de hoeder: "ieder gek weet dat."
"Ik vrees," zei de Zwarte Ridder, "ik vrees zeer, dat hier niemand is, die geschikt is, om tot ons doel de rol van biechtvader op zich te nemen." Allen zagen elkander zwijgende aan. "Ik zie," zei Wamba, na eene korte stilte, "dat de nar al weêr de nar moet zijn, en zijn hals er aan wagen, waar wijze menschen terugdeinzen.
Zoodat gij, goede vriend," vervolgde hij, zich tot Wamba wendende, "deze dwingelanden kunt verzekeren, dat elke daad van geweld, die zij tegen hun gevangenen plegen, hun zwaar zal vergolden worden." "Pax vobiscum!" zei Wamba, die nu in zijn geestelijke vermomming gehuld was. En dit zeggende, nam hij den plechtigen en statigen gang van een monnik aan, en vertrok, om zijne zending te volbrengen.
Zijn gelaatstrekken had hij de uitdrukking van het diepst mogelijk berouw doen aannemen, daar hij de oogen opsloeg en de hoeken van den mond neêrgetrokken had, gelijk de kwasten van een beurs, zooals Wamba placht te zeggen.
"Maar, wij hebben hier Malvoisin's volk," antwoordde Wamba; "en laat ik u zeggen, dat in tijden van burgeroorlog een tiental er van ten allen tijde even gevaarlijk is als een bende wolven.
"Mij dunkt, vriend Cedric," zeide Wamba, hem in de rede vallende, "dat, als Koning Richard Leeuwenhart de wijsheid had gehad, den raad van een nar te volgen, hij met zijn dappere Normandiërs te huis zou gebleven zijn, en de herovering van Jeruzalem aan diezelfde ridders overgelaten hebben, die de meeste schuld aan het verlies daarvan hadden."
"En eenigen," zei Wamba, "zijn wijs genoeg geweest om zich zelven te beloonen. Ze gaan niet allen met ledige handen weg. Wij dragen niet allen zotskappen." "Dat staat hun vrij," hernam Locksley; "onze wetten zijn alleen van kracht voor ons zelven."
"Hoe, edele Athelstane?" zei de Zwarte Ridder; "ik heb zelf gezien, dat gij door den trotschen Tempelier ter neêr geveld werdt bij de bestorming van Torquilstone, en zooals ik dacht, en Wamba verhaalde, was uw schedel tot aan de tanden toe door gekloofd!" "Gij hebt zulks ten onrechte geloofd, heer ridder," antwoordde Athelstane; "en Wamba heeft gelogen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek