Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 8 november 2025


Eenigen stopten hun wat geld in de handen. Als bewijs van zijne bijzondere tevredenheid over de ontvangen gift, gaf de reus een paar zijner aanbidders een gevoeligen nekslag met de beenige harde vuist, en spuwde een ander, wiens gift grooter was dan van een der overigen, in het gelaat.

... De andere wilde nog antwoorden, doch Michielken deed als hij gezegd had: hij sloeg tweemaal met de vuist op zijn aangezicht en trok hem bij den snoet op de straat, alwaar hij hem, zonder deernis, gansch bebloed en gekneusd op een mesthoop smeet,

Gods Engel toonde zich: Zijn hand droeg purpren koornen Van Hemelsche granaat, de spijs van de eerstgeboornen Der schepping, vredevrucht, en tegengift der twist, Dat wrokken uitroeit en verwoede veeten slist. Thands opent hy de vuist. De gloênde korrels dalen Als regen, en den wind verbiedt hij aâm te halen, Op dat ze in 't vallen niet verstrooien door het ruim.

Het kontrast was te sterk tusschen dat fijnbesneden gelaat der 19de eeuw, die handen als van eene vrouw, dien eleganten knevel, en den realistischen Herkules van het Trippenhuis, met armen als boomstammen en eene vuist die geschapen scheen om den Oceaan met bezemen te keeren.

De forsche vuist van het blinde toeval had hem, met één slag, uit zijn ivoren kunsttorentje doen tuimelen, en hij bevond zich zonder houvast, ontredderd, op die zee van werkelijkheid, waar hij verplicht was een menschelijk lijden te aanvaarden. Hij leed binst die oogenblikken veel en oprecht.

Ge hoort niets meer dan het gekabbel van het beekje en het ruischen van den nachtwind in het loover der struiken het visioen is voorbij. Maar 't was geen visioen. De man met dat ijzeren gelaat was de Kommandant, en die grijsaard op den witten schimmel de oude Kloppers, en zijn zoon Jan hield den vlaggestok omklemd met zijn sterke vuist.

Een hevige toorn had zich van den knaap meester gemaakt, en zijn blik dwaalde vliegensvlug naar de vuurroeren, die aan den wand hingen. Maar de Hopman sloeg woedend met zijne vuist op de tafel, zoodat de bekers er van rinkelden, en herhaalde: »Ga naar je moeder, en laat ze vullen met het beste, wat je in huis hebt.

Een Rechter, die, 't zij ten gevolge van beschroomdheid, 't zij om andere redenen, nooit in staat was geweest, voor de vuist te spreken, viel eens een Advokaat, die aan 't pleiten was, in de rede. "Gij doet mij gevaar loopen, mijn Heer, den draad van mijn pleidooi te verliezen," zei de Advokaat, "en toch weet niemand beter dan gij, hoeveel moeite het kost, in 't openbaar te spreken."

Een gendarm ziet hem en fronst de wenkbrauwen. "Laat mij gerust klimmen, mijnheer de gendarm," zegt de jongen, "ik zal niet vallen." "'t Is mij onverschillig of ge valt," was het antwoord. In de straatjongens-wereld wordt een gewichtig ongeluk in hooge waarde gehouden. Men heeft het toppunt bereikt, zoo men zich "tot op het been" gesneden heeft. De vuist is een krachtig element van eerbied.

De ongelukkige monarch beveelt zijn hovelingen, de jonge prinses te gaan opzoeken. Juist toen zij gaan vertrekken, verschijnt een gezantschap van Moros, die ook mede willen gaan om de prinses te zoeken; men beleedigt elkander: het komt tot scheldwoorden en uitdagingen: de gezanten en de hovelingen vechten, al dansende, met de sabel in de vuist.

Woord Van De Dag

kei

Anderen Op Zoek