Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juli 2025


Al de Kerlinnen, buiten de steden, waren zij ook edel en rijk als vorstinnen, hadden de gewoonte en den plicht te werken; en, omdat de moeder van Willem Van Loo schapen wol had gekaard, was zij niet min edel dan of zij haar leven in ijdele werkeloosheid had gesleten. Mher Gervaas Van Pract en de voorschepen daalden van de stelling tusschen de hoofdmannen.

Heeft dan de graaf u insgelijks eenen bode gestuurd?" "Neen, maar de hofraadsheer Tancmar Van Straten bracht zelf mij de tijding." "De raadsheer Tancmar?" herhaalde Bertulf met zichtbare bekommerdheid. "Ja, en tevens de hofbottelier Walter Van Lokeren." "Zij hebben wel veel haast om in Brugge te verschijnen, heer voorschepen." "Inderdaad."

De voorschepen, na den graaf de sleutels der poorten te hebben aangeboden, begon eene lange redevoering waarin hij den vorst, in naam der stad, hulde bewees en verkleefdheid beloofde, evenwel in eerbiedvolle woorden zijne bescherming inroepende tegen degenen die de vrijheden of de rechten der poorters van Brugge zouden willen schenden.

"Zit nog een oogenblik, heer voorschepen", zeide de proost. "Wat goeds kunnen de poorters zoowel als de Kerels van deze aanleiders der Isegrims verwachten?" "Niet veel goeds", antwoordde de voorschepen, het hoofd schuddende. "Zij zijn de erfvijanden des volks in het algemeen.

De vorst scheen tevreden; het was met eenen helderen glimlach dat hij in stilte nu en dan een woord wisselde met Willem van Normandië, wanneer deze hem geluk wenschte over de liefde welke het Vlaamsche volk hem betuigde. Op een teeken van den voorschepen hieven de trompen en bazuinen een feestgeschal aan.

"Alzoo de raadsheer Tancmar is in de stad?" vroeg de proost peinzend. "Ja, maar hij keert terug op de baan naar Atrecht om den graaf te gemoet te gaan." "Wanneer vertrekt hij? Dezen morgen nog?" "Neen, in den vooravond." Bertulf schudde het hoofd. "Verwacht gij dan een erg kwaad van Tancmars tegenwoordigheid?" vroeg de voorschepen verwonderd.

"Mijn tijd is kostelijk; ik verwacht den voorschepen van Brugge. Ziet hier mijn gevoelen. Wij moeten ons bereiden om onzen heer graaf bij zijne intrede met de meest mogelijke eerbewijzen te verwelkomen. Diegenen onzer die niet gehouden zijn hem af te wachten, zullen hem te gemoet rijden...." "Ik den graaf te gemoet rijden?" kreet Burchard. "Mij door de Isegrims uitdagend laten bekijken?

De kastelein drukte hem de hand en verwijderde zich. Een voornaam en rijk poorter, die als voorschepen of burgemeester aan het hoofd van het stadsbestuur stond, trad in de zaal en groette den proost, terwijl deze hem minzaam eenen zetel aanbood.

"De koning late mij toe het te zeggen", antwoordde de voorschepen "mher Robrecht Sneloghe heeft door al zijne daden bewezen dat hij vreemd is gebleven aan de misdaad en deze dieper betreurt dan wie het zij; ja, hij heeft in het openbaar tranen van deernis en rouw op het lijk van graaf Karel gestort en het met gevaar des levens tegen schennis verdedigd.

Dit zou de graaf ongunstig stemmen en de Isegrims in de hand werken. Met zulken onvoorzichtigen woestaard als onze neef Burchard, kunnen wij de waarheid niet gansch openbaren. De minste genster ware genoeg om het vuur van eenen ontijdigen opstand in Kerlingaland te doen ontvlammen. Ga zonder kommer, broeder, en gelief den deurwaarder te zeggen dat men den voorschepen binnenlate."

Woord Van De Dag

staande

Anderen Op Zoek