Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juni 2025
De muren van het huis zijn scheef, de ramen laag, en slechts een enkel raam is zoo ingericht, dat het kan opengeschoven worden; de oven springt buiten den muur uit, evenals een kleine, dikke buik; de vlierboom hangt over de heining heen, en onder zijn takken, aan den voet der heining, is een vijver, waarin eenige eenden zwemmen. Een hond, die tegen elk en een ieder blaft, is er ook.
Zyn harde houtachtige stam, in zeer dicht op elkander volgende gelederen verdeeld, en van binnen vol merg, even als de vlierboom, heeft eene helder bruine kleur: deeze stam, die in evenredigheid van zyne hoogte dik is, loopt zeer recht, en eindigt puntsgewyze, even als de mast van een schip.
Hier is de kuil, en dit, dit is de vlierboom. Zoekt, heeren, of gij ook den jager vindt, Die Bassianus hier vermoorden moest. AARON. En, beste vorst, hier is de zak met goud. Twee van uw welpen, honden, heet op bloed, Beroofden hier mijn broeder van het leven. Sleept, mannen, uit den kuil hen naar den kerker; Sluit daar hen op, tot wij voor hen een martling, Nog nooit vernomen, hebben uitgedacht.
Maar dat vage, vergeten ongeluk deed haar dubbele deugd om haar eigen voldane leven: haar eigen groene warandeke met den waterplas, onder den koelen vlierboom en heel haar leven van nu, mengelde en werd hoe net ook te verschemeren in de zaligheid van een oud liedje. Ze kon het niet meer uithouden, 't kwam op als een vloed, ze wipte van de zitplank en met de armen open al, sprong ze naar de wiege.
Nu begaf zich de student Anselmus iederen avond, als de zon nog slechts haar fonkelgoud in de toppen der boomen strooide, onder den vlierboom en riep met diepe stem op smartelijken toon in de bladeren en twijgen om de lieflijke beminde, de goudgroene kleine slang.
Na deze plechtigheid deed hy gouden en zilveren penningen onder het volk rondstrooien, en sloeg vier voorname Friesche Edelen tot Ridder, waarvan hunne vijanden schimpend zeiden, dat de vlierboom den koolstruik tot ridder geslagen had!
De steenen waterput stond als een ramptuig onder den donkeren vlierboom en ze gruwde om er bij te gaan. Naar de wiege eerst om eene uitkomst en zekerheid! Met één ruk, die 't al zou uitmaken, was de voorhang weg en daar lagen ze nevenseen, gezond en bewaard van alle kwaad, als kriekappels die bleuzen aan den boom, wakker te lachen uit hunne blauwe oogen.
Den student Anselmus was dan ook opeens weer het avontuur onder den vlierboom uit den geest gegaan, hij gevoelde zich vroolijk en licht.
Als ze geweld deed om te roepen, bleef de stem haar in de keel en wat ze ook wrocht om de armen te zwaaien en teeken te doen, heur leden bleven slap en zie, heere God, nu naderden zij den vlierboom en ze gingen reiken op de teenen om te zien over 't steenen omhein van den waterput! Het geweld bepraamde haar en 't zweet perste haar 't wezen uit.
Omdat Boom ook de naam is van een dorp tusschen Antwerpen en Mechelen, wil ik den geslachtsnaam Van Boom liefst verklaren als van dezen plaatsnaam afgeleid. Dan nog Vygeboom, Vlierboom, enz. De naam van den eikenboom is my, zonderling genoeg, in dezen thans meest gebruikeliken form nimmer als geslachtsnaam voorgekomen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek