United States or China ? Vote for the TOP Country of the Week !


Niet dat het eene deugd is dat wij anders zijn; maar de gewoonte doet bij ons wat het christendom behoorde te doen zij neemt het gevoel van persoonlijk vooroordeel weg. Ik heb op mijne reizen in het Noorden opgemerkt, hoeveel sterker dat gevoel bij u is dan bij ons. Gij zijt vies van hen als van eene slang of padde, en toch verontwaardigt gij u over het onrecht dat zij lijden.

Het was Derk Joosten, de eenige mensch in geheel Schoorl, die hem niet lijden mocht, en dien hij niet kon uitstaan. Want Derk Joosten was een gemeene knaap, en die er niet vies van was het vak van strooper aan dat van jager te verbinden, en hij had hem eenmaal betrapt, daar hij in den laten avond bezig was strikken te zetten, eene liefhebberij, waaromtrent de Schorelaars in een kwaden naam zijn.

"Waarachtig niet!" "Nou 'k heb 't dan wel eens anders gehoord: ze hebben me ereis verteld, dat jij er niet vies van bent om goed te koopen, dat op den kop is getikt. De juffrouw, die beneden me woont, zei ten minste: "Ik heb uwé met dien ouwen Strijkman zien loopen; hoe je aan dien vent komt, begrijp ik niet: uwé is zoo'n bedaard, stil, ordentelijk mensch, en hij..." "Ze kent me niet eens!"

De duivel draait aan z'n snor. En dan in eens wordt ze bang. Als i haar eens aansprak? Wat moest ze doen? "Kom Bobi, maak voort, wacht, zal ik je helpen?" En op de punt van 't vorkje steekt ze haar 't halve taartje in 't mondje, 't is of de dikke dame naast haar draait. 't Kindje heeft 't toetje vol slagroom. "Bah, wat een vies kindje." "Mammi, dat doe je zelf." Daar is Pa.

Meewarig bedacht hij dat het teere ventje ook geestelijk aan zijn vader zou doen denken!... Albertken moest maar liever op zijn grootvader trekken, desnoods op grootvader Craen... Maar niet zoo vies doen als Antoine in zijn geleerdheid. Albertken was nu zes jaar geworden en ging naar de school der Paterkens in de Everdijstraat.

Zoo is het goed, dank u. Ik geloof dat het lang geleden is dat dit haar gepunt is, mevrouw. Hoe zoudt u het vinden, als ik de jonge dame een heel klein weinigje kleursel in het haar deed? De kleur is.... als ik het zeggen mag, een beetje.... ordinair." "Neen, neen, verf wil ik niet in mijn haar hebben!" riep Elsje, driftig opspringend. "Dat kan niet, dat vind ik veel te vies!"

Zij legden mij dikwijls tusschen hun borsten, waar ik erg vies van was, omdat er, om de waarheid te zeggen, een alleronaangenaamste lucht aan hun vel was, waarvan ik niet melding maak om iets te zeggen ten nadeele van die uitstekende dames, waar ik het grootste respekt voor heb; maar ik veronderstel dat mijn reukorgaan fijner was naar evenredigheid van mijn kleinheid, en dat die allerlofwaardigste juffrouwen niet onaangenamer waren voor elkaar of voor hun minnaars, dan dames van denzelfden stand bij ons.

Hij zat met een vies gezicht te kijken, hield zijn jas aan en zijn hoed op, zonder eenige behoefte 't zich behagelijk te maken. Tegen den kelner, die bij hem kwam staan met een spijzenlijst en vroeg wat hij zou eten, zei hij dat 't hem niet schelen kon, als 't maar gauw kwam.

"God, God, kerel!" zei hij, schijnbaar vol aandacht voor die sigaret, "ik wist niet, dat je zoo zwaar op de hand was geworden!... Wat een gewichtig geklets!... Wat dacht je dan eigenlijk anders?... Je houdt me, geloof ik, voor een soort geldwolf of zoo iets.... Omdat ik nou niet vies ben van een paar dubbeltjes als dat er nou toevallig zoo bijkomt!... Stel je voor, dat je zoudt trouwen met een vrouw waar je niet van houdt!..."