Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 14 november 2025
Het zijn Roomsche kerkvoogden met nog andere genoodigden, en de pastoor van ons dorp is er ook bij. Verleden week hebben ze hier in hunne kerk een nieuw altaarstuk of zoo iets gekregen, en daarvoor zullen ze nu feestvieren." Uit dit spreken bleek wel dat de man zelf niet tot die religie hoorde; maar Wilkinson, die zoo een en ander van 't Hollandsch begreep, vroeg of dat een mooie kerk was?
Ik mag niet bang zijn voor mijn verleden; als de menschen mij vertellen dat het onherroepelijk is, zal ik hen niet gelooven; verleden, heden, toekomst zijn éen oogenblik in de oogen van God, onder wiens oogen het ons trachten moet zijn te leven.
Maar die moord, zoû die hem zijn geheele leven achtervolgen? zoû zijn verleden steeds als een last op hem blijven drukken? Moest hij waarlijk bekennen? Nooit! Slechts één bewijs bestond er tegen hem. Het portret, dat was het bewijs. Hij zoû ook dit vernietigen. Waarom het zoo lang bewaard? Eens had hij er genoegen in gevonden het te zien veranderen en verouderen.
Hoe hebben de termiten zich in het hol van den leeuw gewaagd! En niet alleen hier, maar overal zijn de beelden en gestalten van het roemrijk verleden weggevaagd.
Dat heeft ook de Ehze gedaan, al is het nu geen oud slot meer, maar, uitwendig althans, een deftig groot huis, van rooden baksteen opgetrokken. Van binnen zijn er nog heel veel sporen over, die wijzen op het verre verleden, dat het huis reeds achter zich heeft.
Ik heb mijn liedjes en wijsjes niet vergeten en zal mijn kost wel verdienen. Op ieders gelaat kwam terstond een trek van voldoening en ik zag, dat dit plan geheel met hun bedoelingen overeenkwam; in al mijn verdriet gevoelde ik mij toch gelukkig. Nog geruimen tijd spraken wij over ons plan, over de scheiding en wanneer wij elkander zouden terugzien, over ons verleden en over de toekomst.
Wij meenden een beeld te zien van het verleden van dit volk. Een verheven licht is op één punt des tijds boven deze streken opgegaan en heeft voor een oogenblik de bewoners uit de schaduw naar voren gebracht, om hen te doen deelen in zijn luister, zooals de slaven deelden in 't geluk van den meester.
"Wat scheelt hem, mijnheer?" "Een pleuris", antwoordt hij kortaf, zonder nadere toelichting. Hij vraagt daarna op zijne beurt: "Zijt gij ingeschreven bij het bestuur van Liefdadigheid?" "Neen, mijnheer ...... Het ging ons goed, verleden zomer. Het is de winter, die het ons heeft gedaan". "Des te erger voor u!" En hij belooft dat hij terug zal komen.
Tante stierf René verbande alle gramschap uit zijn hart en, het verleden vergetend, schreef hij aan zijne zuster eenen brief, haar vragend om bij hem te komen wonen.
Maar, wat bestond er toch in het verleden van vrouw Hansen, dat zij aan hare kinderen niet wilde, niet durfde toevertrouwen? Was het kwalijk begrepen eigenliefde, die haar belette hen deelgenooten te maken van de oorzaak harer onrust? Had zij zich zelve verwijtingen te doen? En dan die dwang, die zij met betrekking tot het loterijbriefje op hare dochter poogde uit te oefenen?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek