Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


Hij beproeft nogmaals de huisnummers te lezen. Helaas! het is middernacht geslagen. Aan de huizen branden geen lantarens meer. Hij wil in de tapperijen inlichting vragen: men ziet hem voor een stillen verklikker aan: men roept hem toe, dat men na klokke twaalf niet meer opendoet en men grendelt de deur dicht. Hij wendt zich tot de klepperlui.

Anders brengt die stille verklikker het naar Molitor of misschien wel naar Parijs over, dat we hier van avond een pretje hebben!"

"Waarom zou ik dit uitbrengen?" vroeg ik: "ik hoop, dat de Heer Blaek te goede gedachten van mij heeft, dan dat hij mij voor een verklikker zoude aanzien." "Voorzeker!" zeide Blaek, in blijkbare verwarring: "ik heb uitmuntende, ik heb de beste gedachten ter wereld van den Heer Huyck; maar," vervolgde hij tegen Van Lintz: "is het hier een plaats, om over uwe zaken te spreken?

Deze persoon was, zoo men zeide, een rentenier, wiens eigenlijken naam niemand kende, en die alleen met een achtjarig meisje woonde, dat zelf niets wist dan dat zij van Montfermeil kwam. Montfermeil! die naam kwam immer terug en deed Javert het oor spitsen. Een oude bedelaar, een stille verklikker, wien deze man aalmoezen gaf, voegde er nog eenige bijzonderheden bij.

Zo ver ging dit, dat er soms meer koren naar Java werd gezonden, dan volgens de opgaven der boeren gewonnen was! Dit was algemeen bekend. Zo verhaalt b.v. Een verklikker verried, dat dit eigenlik moest zijn vier keer zoveel. En het onderzoek bracht aan 't licht, dat dit werkelik zo was.

"Ik ben geen verklikker," zeide ik, wrevelig: "en al wist ik de geheimen van dien vreemdeling, het zou een laagheid zijn, die te openbaren. Dit kunt gij niet eischen, mijn vader!" Mijn vader zag mij lang en scherp in 't gezicht; maar omtrent dit punt althans was mijn geweten zuiver en wist ik, dat ik naar behooren handelde en de oogen niet behoefde neder te slaan.

Hij zal zich door een verklikker hebben laten bedotten; misschien door een onnoozele, die voorgaf een kameraad te zijn. Luistert! Hoort ge dat gerucht in de gevangenis, Montparnasse? Ziet ge al die lichten? Hij is weder gevat. Nu, hij zal er met twintig jaren af zijn. Ik ben niet bang, ik ben geen bloodaard, 't is bekend, maar er is niets meer te doen, of anders zou men ons wel eens kunnen pakken.

"Ik heb u reeds gezegd, dat ik geen verklikker ben," antwoordde ik met eenigen trots: "en ik herhaal u, wat ik eenmaal aan den Heer Van Lintz zeide, dat ik slechts dan zal spreken, wanneer mijn plicht het gebiedt."

Enkele »rakkers« worden den verklikker medegegeven en weldra zijn de beide weerlooze, doodelijk verschrikte vrouwen aangehouden. Nog denzelfden avond worden ze ten huize van den baljuw, voor dezen en de vier schepenen geleid. Daar hooren wij de ondervraging, de namen en ook de bekentenis, dat zij tot de gehate secte behooren.

Nu de vangst dicht bij de boot is gekomen werpt de inlandsche matroos zijn drietand, waarmee hij den zwaren visch binnenboord tilt. 't Is een tjankalang, slank als een schelvisch. Een oogenblik later breekt er weer een verklikker. Nu is 't een bobara, een korte, dikke visch met een rooden buik. Telkens breekt er nu een verklikker en telkens is er gejuich aan boord, de inlanders gillen van de pret.

Woord Van De Dag

muggenbeten

Anderen Op Zoek