Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 26 mei 2025


Dáár, mijnheer, daar vond ik een arm ongelukkig schepsel, dat van berouw en smart verging; toen bemerkte ik, dat zij niet zoo slecht was; ik troostte haar in haar ellende nu, toen heeft zij mij verhaald, dat baron Frits en de schoone Lisette gescheiden moesten worden dat zij gestorven was, omdat men haar had doen gelooven, dat hij haar ontrouw was en dat is alles wat ik weet."

Ga nu naar uwe herberg, herkauw mijne woorden onderweg zeer goed, en hang er al droomende geene nuttelooze staarten aan." Ik deed wat hij mij had bevolen, en overwoog zijne woorden zoo lang en zoo diep, dat mijne spijt tegen hem mijn haat zou ik moeten zeggen verminderde, verkoelde en geheel verging.

Toen hij dien dag van 't werk kwam, zag hij juist zijn daagschen gezel die naar buiten kwam van zijn arbeid. "Hoe verging 't je vandaag?" vroeg hij Willem. "Puik" antwoordde deze trotsch. "Ik ga meer mee." "Flink zoo. Kom maar. Zul je trakteeren dezen keer!" Willem had geen geld. De mijnwerker lachte schamper: "En je verdiende loon dan?"

Duizende jaren kon het water nog stroomen, zonder dat hij het zien zou. En als de aarde verging dan was er eigenlijk nog niks gebeurd. Daarna kwam nog zooveel tijd, er kwam geen einde aan den tijd. En al dien tijd zou hij dood zijn. Japies tanden klapperden; er was geen spatje jenever in huis en niets meer te krijgen op de pof. Toen werd Japi week.

Toen Don Quichot dit zag, ontstak hij in hevigen toorn, verdraaide de oogen, liet zijn schild los, greep met beide handen zijne lans en liet die met zooveel geweld op het hoofd van den armen ezeldrijver neervallen, dat dezen hooren en zien verging en hij dadelijk bewusteloos neerstortte.

De morgen verging, het schoone leeven neigde ten avond, nog was de weg niet gevonden, en het doel zoo ver, zoo ver. Nu is mijn tred vast, mijn ziel rustig maar ach! wie vergoedt den verlooren tijd? Nu weet ik hoe de vroome wijze te leeven heeft, zijn zwaren gang weet ik en zijn onvergelijkelijke zeegeningen.

Hij kon niet weêrstaan en ging naar binnen; toen leefde hij ook het vroolijke leven meê. Weer verging de tijd en nu wilde de jongste prins uittrekken en zijn geluk beproeven; maar de vader weigerde. Hij hield hem voor minder verstandig dan zijn broeders en vreesde een ongeluk, zoodat hij ook niet zou terugkeeren. Maar hij liet hem geen rust en eindelijk mocht hij gaan.

Daar duikt op eens uit mijn herinnering Iets als een nevel op, die lang verging: 't Is menig droeve dag en menig nacht In tranen maar waarom toch? doorgebracht. 't Is vreemd, maar waar, 't is of dit zelfde hart, Dat anders zulk een teeder aandeel neemt In alles, nu verstompt is voor de smart: Het verst gevoel van lijden werd mij vreemd. Herinner u den zeventienden Maart.

Een oorverdoovend geraas dreunde door het eiland! De kolonisten dachten dat het verging. Zij snelden uit het Rotshuis. Het was ongeveer twee uur 's nachts. De hemel was als vuur. Het bovenste gedeelte van den kegel, een klomp van duizend voet hoogte en milliarden wegende, was op het eiland geworpen, welks bodem dreunde.

De sprei kon best vijf en veertig sterren groot zijn. Ik stond toe, dat het kindermeisje er vijftien met een gedeelte van den kant voor hare rekening nam. Ze kreeg mijn sleuteltje. De avond van St. Nicolaas kwam. Het verging me als Blauwbaard's vrouw.

Woord Van De Dag

vuistdreigend

Anderen Op Zoek