United States or Angola ? Vote for the TOP Country of the Week !


Van den Makelaar Velters heb ik weinig kunnen vernemen. Alleen blijkt mij uit een oud adresboekje, dat hij in de laatste helft der vorige eeuw Kerkmeester van de Ooster Kerk en dus nog in leven was. Hij schijnt wijselijk de poëzie voor meer winstgevende werkzaamheden te hebben laten varen: althans gedichten van hem zijn mij nooit voorgekomen.

Ik was intusschen eenigszins verwonderd, dat Velters, naar het scheen, niet medegedongen had; maar hij gaf kort daarna te kennen, dat hij zich met zulke fijne dichtgeesten niet in een wedstrijd had durven wagen en dus eerst nu, na de bekroning, voor den dag zoude komen met zijn beantwoording.

Het werk van Velters werd echter, misschien omdat het veel beter was dan de rest, minder toegejuicht en alleen met een soort van aanmoediging beloond, welke in mijn oog iets vernederends had.

"Och Mijnheer!" zeide deze, terwijl hij een groote pruim tabak in den mond stak, om niet te lachen: "dat is van de heetigheid; het beest is in geen zes dagen van stal geweest." "Maar!" zei Velters wederom, die toch minder onnoozel was dan ik dacht: "struikelt het niet nu en dan wel eens?" "Dan heb je hem niet goed op den toom gehouden," zeide ik: "toen ik hem reed heeft hij niet gestruikeld."

"Ik geloof, dat gij gelijk hebt," zeide Reynhove: "mais que voulez-vous?" "Gij althans," vervolgde ik, "zoudt niet handelen, gelijk Blaek gedaan heeft ten opzichte van Velters. Gij ziet waar die paardekoopers-zedenkunde toe brengt."

"Dat geloof ik wel," hernam ik: "hij kan door laster mij meer nadeel doen dan door een loyale aanklacht." "Vervolgens," zeide Velters: "vroeg hem Z.-Ed.-Gestr., wie hem gisteravond, ten huize van den Portretteur Heynsz van de trappen gesmeten had, en of UEd. dat gedaan had." "Hoe mijn vader wist dit reeds? maar waarover verwonder ik mij?"

Deze vraag bracht mij deerlijk in 't nauw; want, in omstandigheden als de mijne waren, zijn de eenvoudigste doorgaans het moeilijkst te beantwoorden. Nu moest de draaierij wel een logen worden: "Velters," zei ik, bevende. "Velters? Nu ja, wat schort er aan, dat gij zulk een moeite schijnt te hebben om een zoo eenvoudigen naam uit te spreken? Ik ken Velters bij reputatie.

Jongens! ons Veltersje was zoo blij, dat ik kwam; want hij wist niet meer wat te zeggen. "Zoo!" zeide ik: "vriend Velters! heb je den knol al eens geprobeerd?"

"Hm!" zeide ik: "dat hindert, niet, wanneer het gezadeld is; anders, mooi staat het niet, daar hebt gij gelijk in; maar wij zullen eens zien. Haal het beestje maar eens uit, Jaspersz! Jongens!" fluisterde ik Velters in, terwijl Jaspersz het beest liet opzadelen: "zie je wel hoe zuur of Jaspersz kijkt, dat ik meegekomen ben? hij weet wel, dat hij je nu niet kan foppen, al wou hij."

Iemand, die zich niet schaamt, op den dag zijner terugkomst bij zijn ouderen, den dag, waarop zijn hart alleen vervuld behoorde te zijn met reine en betamende gedachten aan het geluk, dat hem te beurt viel, van zijns vaders huis en zijne betrekkingen in gezondheid terug te zien, die, zeg ik, op zulk een dag zich niet schaamt, een maitres met zich te brengen en te kameren! die gedoogt, dat zijn vrome en niet ergdenkende Tante in kennis komt met een slecht voorwerp: die, om zijn bezoeken bij haar te bewimpelen, mij wijs maakt, dat hij nachtwandelingen met Velters doet: die, van een dronkenmanspartij terugkeerende, een mede-vrijer van de trappen laat smijten!...