Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 7 mei 2025
Maar wanneer zoo'n wanhopige, die vecht voor zijn leven, voelt dat zijn arm sterk is, zijn hart klopt en zijn heele wezen vol gal loopt, zou dan een schrikbewind den brand kunnen blusschen bij dengeen die zelf de brandstof levert?" "U brengt me aan 't wankelen, Elias. Ik zou waarlijk gaan gelooven dat u gelijk had, als ik niet mijn eigen overtuigingen had.
Dat kan nu niet meer, zeide Sergius. Waarom niet? vroeg Cascabel. Ik vecht nog liever tegen robben dan tegen dit stormweer. Ik herhaal dat het niet mogelijk is, verzekerde Sergius op nieuw. Wij kunnen niet tegen den wind in, de wagen zou daar stellig niet tegen bestand zijn. Hij zou òf in stukken gaan òf door den storm achteruit gejaagd worden.
De magere met den langen snor schuift de blauwe bril wat vaster op zijn neus. Hij begrijpt, dat er een nieuw bedrijf aan 't komen is, en diep overtuigd van de waarheid van het spreekwoord; »Die een dag vecht, wordt nog voor geen schoft uitbetaald," vindt hij het geraden, om eenigszins naar de achterhoede te wijken.
Gij, beeld des Alderhoogsten, zult gij, stervend, ondergaan? Staat op! Het worde dag weerom! Staat op, en slaat die booze, die duistere onbedachten, gij, des hemels schoone rooze; gij, onverkrachte lichtvorstin, staat op, uit uwen schans, en plettert, onbermhertiglijk, die domme reuzen gansch! De zonne vecht!
Stel u van den Bergh voor, als hij des zomers, 's zaterdagmiddags, na de beurs, in een' omnibus wipt, om naar het buiten zijner ouders te sporen, of uit het portier eener diligence, de gansche Kalverstraat door en de Utrechtsche op den koop toe, op de t'huis blijvende sukkels, Rivers en consorten, nederziet, hij, die naar de Vecht of naar Zeist moet!
Toch bleef hy 's Hertogen dienst houden. Ten minste in den oorlog met Bisschop Henric van Beiëren, was hy met den Stadhouder van Meurs binnen Utrecht, en aan diens zijde, toen hy by de overrompeling van 1528 de stad ontweek; maar zy werden, te gelijk met den Hertooglijken Raad Wynand van Arnhem, »van het boerengespuys aen de Vecht bekend, en weder naer de stad gebraght," waar hun echter verder geen leed, dan dat der gevangenschap weêrvoer.
JOHAN. Wie was het die vijftien jaar geleden profiteerde van dat schandelijke praatje? BERNICK. Je drijft mij tot wanhoop! Maar als je spreekt, ontken ik alles! Ik zeg dat het een complot tegen mij is, een wraakneming; dat je bent overgekomen om mij geld af te persen! LONA. Schaam je, Karsten! BERNICK. Ik ben wanhopig, zeg ik je, en ik vecht voor mijn leven. Ik ontken alles, alles!
De graaf van Blois aanvaardt zijn strijd ridderlijk, en vecht als de beste aanvoerders van zijn tijd. Gevangengenomen in 1347, kort voor het beleg van Calais, blijft hij tot 1356 in Engeland. Eerst in 1362 kan hij den strijd om het hertogdom hervatten, om daarin den dood te vinden bij Aurai in 1364, dapper vechtende naast Bertrand du Guesclin en Beaumanoir.
Daar heb ik je voor getraind en je doet het." "All right," was het onverwachte antwoord, dat loom uit de diepe borstkas opbromde. "En je vecht als de hel," voegde de oude man er bij. Opnieuw voelde Stubener zich teleurgesteld door het gemis aan vuur en hartstocht in de oogen van den jongen man toen hij antwoordde: "All right. Wanneer gaan we?"
Maar in dreigende drommen komt het volk opzetten: Kennemers, Friezen, Waterlanders, "tghemene diet" van Noord-Holland, de poorters uit Zuid-Holland alles trekt naar het kasteel aan de Vecht Ende segghen, dat si verliesen Willen beide lijf ende have, Of si wreken haren grave .
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek