Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 mei 2025


Ze zag de witte lage op de bogen van regenschermen, onder de geelvervende klaarte van de gaslantaarns. Arme sukkels blikten, onder grauwe sjaals of kleppen van beermutsen, droef mijmerend op naar de voorbijvarende rolling van het rappe coupé. Milly begeerde nu het gewoel van een der groote koffiehuizen van de Brouckereplaats.

Jou Duivel was gierigheid, kind, die moest uitgedreven worden; zo als de Schrift zegt, gierigheid is een wortel van alle kwaad. Zie, hadt gy nu van uw geld arme sukkels meêgedeelt; maar neen, er mogt geen duit af, zo 't niet voor dat Volk was.

Ja! dat's voor arme sukkels als wij zijn niet weggelegd." Weer kwam de misnoegde trek op zijn gelaat; de afgunst had de vreugd over het extraatje bedorven!

Die arme sukkels hadden den tijd niet gehad, om hunne schamele have en goed in veiligheid te brengen en die zij nu hadden moeten achterlaten in hunne hutten, waarvan zij na hunne invrijheidstelling door schenking van den eigenaar van Camdless-Bay, ruim een dag geleden, bezitters waren geworden.

Stel u van den Bergh voor, als hij des zomers, 's zaterdagmiddags, na de beurs, in een' omnibus wipt, om naar het buiten zijner ouders te sporen, of uit het portier eener diligence, de gansche Kalverstraat door en de Utrechtsche op den koop toe, op de t'huis blijvende sukkels, Rivers en consorten, nederziet, hij, die naar de Vecht of naar Zeist moet!

Een van de vrouwelijke dienstboden ging om de noodige instrumenten te halen. Toen zette zich Habulam in het midden der kamer en wenkte de twee om naast hem te komen zitten. Gij zult mijn vonnis bevestigen. De drie sukkels zetten zulke ernstige ambtsgezichten, dat het mij moeite kostte niet hardop te gaan lachen. Sihdi, vroeg Halef fluisterend, zullen wij nu ook niet een woordje gaan meepraten?

De arme sukkels meenden, dat de duivel zelf hun op de hielen zat, en kruisten zich al hun best. Sancho Panza zag dit schouwspel met de grootste verbazing aan. Hij was over de stoutheid en dapperheid van zijn gebieder ten hoogste verwonderd en begon bijna te gelooven, dat Don Quichot werkelijk de machtige en geweldige held was, waarvoor hij zich uitgaf.

»Maar men leeft niet straffeloos in eene groote koopstad, waar verbazende fortuinen in één beursuur worden gewonnen of verloren, waar men dagelijks hoort van arme sukkels, die zonder iets te wagen, daar ze eigenlijk niets bezitten, plotseling tot fortuin komen door een gelukkigen greep in de fondsen; men leeft niet straffeloos in eene lucht, die met de speculatiekoorts is verpest; men ondergaat er den invloed vanzelfs eer men het weet; licht vatbaar was ik niet en zeker zou ik aan dien invloed weerstaan hebben, zoo ik meer gerustheid had gehad op de toekomst van mijn werk, en zoo ik niet: de zoon van mijn vader ware geweest.

Zij waren ongeveer zoo groot als een casuaris, doch natuurlijk veel breeder van lijf heelemaal veel grooter. Het waren allen hennen, vijf stuks, nu dat de twee jonge hanen elkaar gedood hadden. Ze aarzelde een oogenblik toen zij ze in zulke neerslachtige houdingen zag staan. "Arme sukkels!" zeide zij, en legde haar pak neer; "ze 'ebbe' geen water.

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek