Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 juni 2025


Ik spring recht en wil tegenstand bieden; maar de wreede Saloc heeft mij bij den schouder, en ik voel wel hoe de minste neep zijner vingeren mij vleesch en beenderen plettert.... Eilaas, alles is nutteloos: ik moet het aanvaarden, mijn gruwelijk lot! "Ha, ha, de groote Mikias zelf zendt ons dit geschenk toe! De kerel is niet mager," juichte de Saloc.

Gij, beeld des Alderhoogsten, zult gij, stervend, ondergaan? Staat op! Het worde dag weerom! Staat op, en slaat die booze, die duistere onbedachten, gij, des hemels schoone rooze; gij, onverkrachte lichtvorstin, staat op, uit uwen schans, en plettert, onbermhertiglijk, die domme reuzen gansch! De zonne vecht!

Daar weder waagt hij eene stoute poging om zijne banden te breken: als een andere Simson verheft hij zich in zijne woeste kracht, doet zijne ketels barsten, vernielt zijn tempel, plettert alles tot gruis, begraaft de lijken onder het neerstortend puin en verspreidt wijd en zijd dood en verwoesting. Beschuldigt men mij wellicht van te stoute beeldspraak, van te fantastische overdrijving?

Een deel ontvlood alreeds, maar vliegt, in nieuwe pijlen De dood weêr in 't gemoet, terwijl zy haar ontijlen. Nu breidt het heir zich uit: en vaart op 't doodlijk veld Afgrijslijk rond, terwijl de bloedstroom telkens zwelt. Men trappelt met den voet, men kneust, en splijt, en plettert, Wat nog de leden krimpt of met de tanden knettert.

Telkens dat een arme onschuldige de pijne des waters verduren zal, die de menschen opzwelt lijk blazen; of de pijne der keersen, die hunne voetzolen en okselen verbranden; of de pijne der radbraking, die de ledematen plettert; of de pijne der olie; telkens dat een vrije ziel op den brandstapel den laatsten snik zal geven, moet hij op zijne beurt dien dood, die smerten verduren, opdat hij leere hoeveel kwaad een onrechtveerdig man doen kan, die over millioenen gebiedt; hij verga in de gevangenissen, hij sterve op de brandstapels, zuchte in ballingschap, ver van het Vaderland; hij worde geschavotteerd, ontpoorterd, gegeeseld, gebrandmerkt; hij weze rijk, opdat de bedezetters hem alles ontnemen; de afgunstige klage hem aan en de verbeurdverklaring brenge hem ten onder.

Daar weder waagt hij eene stoute poging om zijne banden te breken: als een andere Simson verheft hij zich in zijne woeste kracht, doet zijne ketels barsten, vernielt zijn tempel, plettert alles tot gruis, begraaft de lijken onder het neerstortend puin en verspreidt wijd en zijd dood en verwoesting. Beschuldigt men mij wellicht van te stoute beeldspraak, van te fantastische overdrijving?

Woord Van De Dag

phylarchos

Anderen Op Zoek