Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 juni 2025
Van heuvelige heide, en dichte, eeuwenheugende wouden omgeven, rees daar in de 16e eeuw het jachtslot van den Hertooglijken Maarschalk Johan Bentynck, uit de heldere gracht omhoog. Heer Johan was een zoon uit het oud en edel Geslacht van Bentync, dat reeds in de veertiende eeuw in groot aanzien stond.
Toch bleef hy 's Hertogen dienst houden. Ten minste in den oorlog met Bisschop Henric van Beiëren, was hy met den Stadhouder van Meurs binnen Utrecht, en aan diens zijde, toen hy by de overrompeling van 1528 de stad ontweek; maar zy werden, te gelijk met den Hertooglijken Raad Wynand van Arnhem, »van het boerengespuys aen de Vecht bekend, en weder naer de stad gebraght," waar hun echter verder geen leed, dan dat der gevangenschap weêrvoer.
Hy hield echter zeer slecht woord, voegde zich spoedig weder aan de Hollandsche zijde, en werd door Hertog Willem, die hem »zwager" noemde, met gunsten overladen, ja zelfs, met den tytel van Baanderheer, tot Hertooglijken Raad benoemd.
Zeker wanneer Johan Bentynck zijn fieren gebieder op zijn jachtslot onthaalde, en alles daar wemelde van den rijkdom en de pracht des Hertooglijken aanhangs dan heeft hy wel nooit, ook maar niet van verre, vermoed, dat het eenmaal tot een »armzalig hospitaal" voor soldaten zou worden verlaagd.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek