Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 19 mei 2025


Currado Gianfigliazzi, gelijk elk van U het heeft kunnen hooren en zien, is altijd beschouwd geworden als een edel burger van onze stad. Vrijgevig en prachtlievend leidt hij een leven van baanderheer, liefhebbert voortdurend met honden en vogels om nu niet te spreken van zijn ernstiger werken.

Een graaf bekleedde een ambt waartoe hem de Keizer had geroepen. Een baron beschouwde zich als baron "door de genade Gods." De graven vertegenwoordigden den Keizer, en voerden als zoodanig diens banier, d.i. den Standaard van het Ryk. Een baron bracht volk op de been onder zyn eigen vaan, als baanderheer.

Geloof mij, Jonker! dat ik, die mijn waardigheid reeds bekleed heb onder Graaf Floris, die de minzaamste aller vorsten was, ja zelfs zoodanig, dat hij het slachtoffer zijner te groote goedheid werd, als iedereen weet: onder Graaf Jan den Eersten, die de zachtheid zelve was: onder Graaf Jan den Tweeden, die alles deed wat in hem was, om de welwillendheid zijner onderzaten te winnen: onder Graaf Willem den Goeden, wiens naam alleen genoeg zegt om aan te duiden wat hij was: dat ik, zeg ik, nooit heb ondervonden, dat een van die edele Graven, wier zielen God genadig zij, ooit geduld heeft, dat een onderzaat, al ware hij een Baanderheer, onaangediend en ongevraagd het woord tot hem voerde, tenzij over tafel of aan 't spel, uitgezonderd alleen de magen van het Grafelijk Huis, als de Heeren van Brederode, van Voorne, van...."

In 1614 huwde hy met Jonkvrouw Francelina, dochter van Heer Cosmo degli Affaytadi, Baanderheer tot Ghistelle, Hilst en Lavenacker ; de bruid ontfing daarby als huwelijksgave van haren vader »vijf honderd gulden 's jaars zuijvere renthe tot laste van de domeijnen van Zeelandt."

Hy hield echter zeer slecht woord, voegde zich spoedig weder aan de Hollandsche zijde, en werd door Hertog Willem, die hem »zwager" noemde, met gunsten overladen, ja zelfs, met den tytel van Baanderheer, tot Hertooglijken Raad benoemd.

Onze reizigers waren alzoo de werken doorgekomen, welke de stad als met een ring omsloten, en bevonden zich op een ruimen grond, waar zij het vooruitzicht hadden, vooreerst niet te zullen worden aangehouden; want de tenten lagen, uithoofde van plaatselijke omstandigheden, niet langs den weg, dien zij volgden, maar aan weerszijden, meer landwaarts in; terwijl schier elk krijgshoofd of Baanderheer zijn eigen kamp had, zoodat men niet slechts ééne legerplaats zag, maar ongeveer evenveel legerplaatsen als er bevelhebbers waren, naar de gelegenheid van den grond hier en daar over de vlakte verspreid.

Ook schijnt er tusschen hem en den Bisschop eene volkomene verzoening tot stand gekomen te zijn: toen hy in 1360 eenige goederen aan de kerk te IJsselsteyn schonk, en de Bisschop dit goedkeurde en bevestigde, noemt deze hem »onzen bloedverwant en Baanderheer."

Woord Van De Dag

rozen-hove

Anderen Op Zoek