Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juli 2025
In deze stand van zaken heb ik mij verstout UEdele de mogelijkheid ener algemene verlossing te doen gevoelen; want ik heb geoordeeld dat het juk diep versleten is, en dus met een krachtige poging kan losgerukt worden.
Zou UEdele kunnen geloven, Mijnheer, dat er te Gent onder hen een samenspanning was aangegaan, om de Fransen weer in de stad te brengen? Zij wilden ons niet uitlaten om onze broederen te komen helpen; maar, God zij dank, dit is hun niet gelukt, want het volk haat en veracht ze uitermate. De Gentenaren hebben het Magistraat op de Burcht gejaagd, en de poorten der stad gebroken.
Een gewichtige reden, waaraan het leven van een edelmoedig mens gehecht is, verbiedt hem zich door UEdele op dit ogenblik te laten kennen; gelieft het hem derhalve ten goede te duiden dat hij zijn helm gesloten houdt en ook niet spreke; want zijn stem is u allen als de stem uwer moeder bekend. Mijn lang beproefde trouw is UEdele een waarborg dat ik geen valse broeder zal aanbrengen."
"Ik u iets beloven, Edelvrouw? Hoe vriendelijk spreekt gij toch tot uw onwaardige dienaar! Een gedachte van u zij mij een heilig gebod, o doorluchtige Jonkvrouw!" "Wel ik begeer dat gij de rust niet store, terwijl uw nieuwe Vorsten hier zijn zullen." "Het zij zo," antwoordde Breydel met droefheid, "ik had liever gehoord dat UEdele mijn arm en mijn mes geëist had. Maar wat niet is, mag komen."
Deconinck boog zich heuselijk, en ging heen; zo deed ook Breydel, maar even had hij zich enige treden verwijderd, of hij gevoelde de last der wapenen die hem overal het lichaam klemden: hij keerde met haast terug voor Gwyde en sprak: "Edele Graaf, ik verzoek van UEdele nog een gunst." "Spreek, heer Breydel, zij zal u toegestaan worden."
"Zij hebben geen medelijden met onze broeders gehad, hun bloed moeten wij hebben! De galg die zij geplant hebben, staat nog recht." De Mortenay sloot het venster toe, en sprak tot de ridders: "Mijne heren, ik beklaag u, zij willen uw bloed vergieten. Ho gij loopt groot gevaar! Maar ik hoop dat ik UEdele met de bijstand des Heren nog zal kunnen redden.
Hij boog zich beleefdelijk voor de Jonkvrouw, en gaf door zijn medelijdende blikken te kennen dat hij deze zending tegen zijn dank vervulde. "Mevrouw," sprak hij, "duid het mij niet ten kwade dat ik UEdele verzoeke aanstonds met mij te gaan; ik kan geen enkel ogenblik meer beiden." "Ik zal u gehoorzaamlijk volgen," antwoordde Machteld terwijl zij haar tranen wederhield.
"De onderdaan moet zijn meester gehoorzamen; hoe streng de straf ook zij, is het hem niet geoorloofd de daden zijner Oversten te beoordelen." "Gij hebt gelijk, Mijnheer De Mortenay, zo spreekt men in Frankrijk, en daar UEdele een natuurlijk onderdaan van de Koning Philippe le Bel is, betaamt het u zijn bevelen te volvoeren.
"Nog meer weet ik, Mijnheer, gij hebt Machteld zo geheimlijk niet in uw woning kunnen brengen dat Deconinck het niet geweten heeft, en zij zou dezelve zonder mijn kennis niet verlaten hebben. Stel u echter gerust; want ik mag UEdele verzekeren dat weinig personen in Brugge dit geheim met mij bewust zijn." "Gij zijt wonderlijk, meester.
"Nou begint pas de rol. Daar hij mijn antwoordt: "daar is een elektrieke schel in je kooi, en daar wordt op gedrukt, en dan zal uedele wel opstaan, mijn gast." Waarop ik hem antwoord: "ik heb dat in Arnhem in 't Zwijnshoofd ook bijgewoond en sliep toch deur, om rede de bediende mijn an me mouw mot pakke en d
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek