Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 11 juli 2025


Dan opnieuw reutelt de triestige galm, lang, gillend over de hoogste schaduwlijnen, aanplonsend uit het donker en pijnlijk, hortend wegstervend in het donker. Flets en scheemrend begint het daglicht over de vormen te dagen, lichte streep boven de linksche huizenrij. In de kamer is alles gezellig. De lampen branden en ik lig nog wat lui.

De laatste bruine blaren stoven als doode vogels van de naakte takken en het paard verzonk met zijn beenen zóó in het slijk, tot hij zelf weldra heel en al nat en beslijkt was, en pijnlijk klaagde van kou en zich langzamerhand in al die grijze, triestige vuilheid voelde versmelten en verdrinken.

Hij voelde zich verlaten alsof hij gansch alleen was op de wereld; en in die absolute eenzaamheid koesterde hij een soort bittere troost: de triestige berusting van hem wien geen geluk meer wacht op aarde. Hij was negentien jaar oud en voelde in zich de ontgoochelde levensmoeheid van een grijsaard.

Ook Bernard voelde een stemming van behaaglijke rijkheid groeien in zijn warm hoofd en loome leden. Maar soms herinnerde hij zich weer in-eens, met onbestemden angst, zijn triestige eenzaamheid van allen dag, zijn zorgen, zijn stervende illusies. Dan dronk hij schielijk zijn glas uit en schonk zich opnieuw in en animeerde de anderen om toch uit te drinken en hij wond zich op in een dol-doorslaand twistgepraat, vol onzinnige dwaasheden, met Sam, zoodat de anderen 't uitschaterden, en hij toostte op Edward, joviaal-vriendschappelijk, met hartelijke woorden maar zonder aandoening in zijn stem, en toen dronken ze ad fundum, en Edward toostte op hem, en 't hinderde Bernard een beetje dat in Edwards stem wel even emotie trilde. Hij beredeneerde in zich zelf dat dit van 't drinken kwam een sentimenteele dronk! maar in zijn gemoed dreinde toch wat zelfverwijt, dat hij weg wou nevelen door meer wijn, nogmaals aanstootend met zijn ouden vrind. Maar toen ze elkaar daarbij even, vast, recht in de oogen keken, voelde Bernard ondanks zijn opwinding opnieuw met wreede duidelijkheid dat 't niet meer d

Niemand antwoordde; in triestige stilte ploften de gasvlammen op. Maar ondanks 't helle avondlicht, voelde Bernard nog altijd de kille krimping van den namiddag buiten, in de nauwe straat; hij hoorde het geroep en kargerommel versomberen, al dieper. En nu kwam ook 't strenge bewustzijn, dat hij in wreed-onredelijke drift een bediende had beroofd van zijn werk, van zijn broodwinning.

't Is reeds de triestige najaarsverlatenheid van onze noorderstreken. Maar toch nog even hier en daar een kleurige verrassing. De veemarkt van Couhé-Vérac, bijvoorbeeld, was een schilderij. Die lag daar in de diepte, even buiten het oud stadje, als 't ware midden in een bosch van hooggekruinde, grijze, slankstammige boomen.

Ze mocht op Johannes vertrouwen. Wordt Madeleen door Romaan verlaten? vroeg hij soms. Hij wettigde heel gemakkelijk hunnen toestand, en ze dacht er weldra niet meer aan dat er grondelijke moeielijkheden ievers mochten oprijzen. Langzaam, met sneeuw en vorst, nevelde de winter voorbij. 't Werd vuil weere, en triestige regendagen trokken zich schreiend uit achter mekaar.

Snepvangers kon het nieuws voor Miranda niet verzwijgen. Hij ging hem nieuwjaar wenschen en vond hem in de triestige achterkeuken die op een goor, blauwgekalkt koerken uitzicht gaf. Spitsken zat op een stoel naast hem. Een gelukkig nieuwjaar, Snepvangers. Van 's gelijken, Miranda. Zij proefden een borreltje Boonekamp, en de hond kreeg wat melk in een bordje.

En hij hield dat gevoel van gemis voor de oorzaak van zijn triestige stemming. Maar den dag daarop dacht hij, dat 't juist dat praten over zich zelf weer was, wat hem zoo hinderde, dat zich uiten, zich hoe onvolledig dan ook geven, aan Hendrik, op de wandeling. Waarom had hij dat dan ook weer gedaan! Hij wist immers zoo goed, dat hij daar altijd later 't land over had!

Hij behield ze in de kerk, terwijl de zeven pastoors om het hooge catafalque de lange, triestige zangen zongen, en terwijl, vóor hem, en op een trage rij, al het zwarte volk ter offerande voorbij slofferde. Hij keek er niet naar. Hij had, over de fluweelen stoelleuning zijn aangezicht gebogen en bleef zoo, onbeweeglijk. Hij zag, van al die opkomende menschen, alleen de verschillige voetenparen.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek