Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 17 juli 2025
Moeder heeft er voor gezorgd, dat er nog maar een boterhammetje in de trommel is. Het gewone tooneeltje volgt. Karel hoeft bij zijn terugkeer niet te deelen. Het is zoo dun. Zoodra Treesje wil gaan huilen, hoort ze: "Ja, kindje, die het eerste komt, het eerst maalt. Moet je verder zorgen, dat je er bij bent." Ze weet niets tegen te werpen.
Hij had aan vreemde gebouwen, wonderlijke rotsen en geheimzinnige spelonken geene behoefte, als hij natuurgenot wilde smaken. Het meest alledaagsche tooneeltje maakte indruk op hem. Vandaar zijne geringe reislust. Kunstbroeders achterna te trekken, de wonderen van Italië te zien, naar de grootsche tafereelen der Alpen op te kijken, hij voelde er geen behoefte aan.
Maar weldra werd hij weder afgeleid door een aardig tooneeltje tusschen een agoranoom, met het toezicht op de ter markt gebrachte waren belast en een venter, die een sterk riekend stuk rundvleesch te koop aanbood, ofschoon laatstgenoemde met veel drukte verzekerde, dat het beest, waartoe het behoord had, eerst een uur geleden was geslacht, ten bewijze waarvan hij zijn bebloede handen omhoog hield.
»Als je een vent bent," zegt de oud-matroos, die wel van een woelig tooneeltje houdt, tot den hoogen boord, »dan sla je hem den hoed van den kop!"
Wie zal ook ontkennen dat het een levendig, een aardig tooneeltje is, zoo door de straten den bonten stoet te zien voortmarscheeren, muziek of trommelslag voorop, vaandels boven de hoofden vliegend, wapens blinkend en kletterend, het geheel door straatjeugd omstoeid, door volwassenen met welgevallen gadegeslagen.
"Neen, ik niet, want misschien zou ik iets treurigs zien; en nu ziet ieder er zoo gelukkig uit, dat ik niet geloof, dat het veel beter worden kan," en Jo liet langzaam haar oogen door de kamer gaan, ondanks zichzelf glimlachend, want het was een allergenoegelijkst tooneeltje.
Te Salona waren wij getuigen van een tooneeltje, dat waardig was door eene teekening in de herinnering bewaard te worden, en dat overigens herhaaldelijk voorkomt.
"O zie eens beneden u!" zei Torteltak tot Veervlug, op een tooneeltje wijzende, omtrent vijftig voeten lager dan zij stonden, op eene kleine vlakte, aan de helling van den Louisberg: "benijdt ge het lot van dien man niet?" Het tooneeltje, waarop Torteltak doelde, was waarlijk lief, en de man, op wien hij wees, benijdenswaardig.
Ook had ze niet over haar lot geklaagd; dat zou zóó ondankbaar geweest zijn, vond ze. Och heden, daar waren zij al bij de gracht, dan moest ze Evert nu terugsturen en zelf ook weer naar huis gaan. Juist wilde zij haar vriendje goedendag zeggen, toen een grappig tooneeltje voor het smalle hoekhuis der stille gracht, haar aandacht trok.
Het lag voor de hand, dat zoo'n tooneeltje hem geschikt voorkwam, om daarin de bestelde portretten tot een geheel te vereenigen. Het tweetal, dat aan het hoofd van den stoet marscheert, en dat zijne beweging aan de gansche schaar weet mee te deelen, heeft nu intusschen nog eene andere taak te vervullen. In hen moet ook blijken, wie het zijn die hier uitrukken.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek