Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juli 2025


Zal er niets bewaarheid worden van die vreeselijke visioenen, welke haar telkens voor oogen zweefden: een kistje, een begrafenisstoet, een graf, een altijd ledig stoeltje.... Ja, hoe zonderling dat zij daaraan met, naar het haar toeschijnt, ijzige kalmte, met zoo doffe, wanhopige berusting heeft kunnen denken, als ze daar onbeweeglijk in haar stoel zat en doelloos naar de bloemen van het tapijt staarde!

Marcel is de eerste, die deze expeditie onderneemt, en niet zonder angst zie ik hem tusschen hemel en aarde zweven aan een touw, dat mij niet dikker toeschijnt dan een draad. Hij komt zonder ongeval weer beneden, en nu maak ik mij gereed om de luchtreis te ondernemen.

Neen, foei!.... Daarbij komt nog, dat het mij toeschijnt, dat die familie gelukkig is, en dat ik niets aan hun geluk zou kunnen toevoegen!.... Maar.... wij zullen nog wel met elkander praten, en al pratende, zal ik misschien wel iets ontdekken...."

Misschien is de pas minder gevaarlijk dan zij ons toeschijnt. Apatoe neemt zijne pagaai, die hem tevens tot steun dient en om de diepte te peilen; dan begeeft hij zich te water om den linkeroever te bereiken. Niet zonder angst volgen wij met onze blikken onzen braven kameraad op den gevaarlijken tocht.

Wij moeten namelijk begrijpen, dat dit den grootvader zelf niet alleen een beweging van schaamte toeschijnt, maar Geertje-zelf hier voelt, dat die handbeweging haar grootvader en oom zal doen denken, dat zij zich schaamt voor haar zwangerschap; en dit kwetst haar fierheid. Zij immers, zooals we weten, schaamt zich daarvoor niet, omdat ze zich, in het diepst van haar wezen, schuldeloos voelt.

Uit de waarnemingen van den tijd, dien regen en wind noodig hebben om de boven het water uitstekende deelen der aarde te verweren, van den tijd, waarin de stroomen en rivieren de ontlede stoffen naar zee voeren, en waarin de in het water zwevende stoffen bezinken, kan men zich bij benadering een denkbeeld vormen van den duur dier praehistorische tijden. Ons leven is zóó kort, de geschiedenis der volken gaat zóó snel voort, dat wij steeds de neiging hebben, de werken der natuur terug te brengen tot de schaal van onzen mikrokosmos, en daar ééne eeuw ons zeer lang toeschijnt, meenen wij ook, dat dit werkelijk ook voor de natuur eene lange periode is. Maar de studie van het heelal en zijne bewegingen en vervormingen leert ons, dat in de geschiedenis van het heelal de eeuwen minder zijn dan secunden in ons leven. Toch nemen wij als grondslag voor onze redeneering eene nauwe doch voor ons te bevatten grens aan. Onze historische herinnering is zóó kort, dat indien wij voor het quaternaire tijdperk, het tijdperk, waarin de mensch leefde, honderdduizend jaren nemen, wij vreezen te overdrijven, en toch is het zeker, dat dit cijfer beneden de werkelijkheid is. De menschheid heeft reeds onmetelijke tijden bestaan, vóórdat de geschiedenis begon, vóórdat zij kon spreken en schrijven, vóórdat zij zich vereenigde tot volken. Doch nemen wij als grondslag voor de tegenwoordige periode sedert den oorsprong der menschheid honderdduizend jaren aan. In dat geval heeft de tertiaire periode 460

Ben je bij toeval naast een persoon geplaatst, die je wat bourgeois toeschijnt, geef hem op zijn vragen vooral geen antwoord; doe alsof je niet bemerkt dat hij je aansprak, maar geef te gelijkertijd een minzaam knikje aan eene wat ver van je afgeplaatste jonge dame, die je bij toeval de freule Van L. hebt hooren noemen.

Gij zijt elfen, naar mij toeschijnt, niet waar? De glimworm keek daarbij eenigszins wantrouwend naar Johannes. 'Gij kunt ons als elfen aandienen, antwoordde Windekind. 'Weet ge dat uw koning van de partij is? ging de glimworm voort. 'Is Oberon hier? Wel dat doet mij recht veel genoegen, riep Windekind, 'ik ken hem persoonlijk.

Doch al konden uwe Hollanders zich de voorvaderlijke degelijkheid op nieuw eigen maken, houd mij ten goede dat dergelijk ondernemen mij toeschijnt een even onbegonnen werk te zijn als uit het venster te gaan liggen, ten einde zichzelven te zien voorbijgaan op de straat, die degelijkheid, waarmede mijnheer Visscher zoo ingenomen is, vormt mijns inziens juist een voornaam beletsel tegen uwlieder toenemen in beschaving.

Als men een roman schrijft over volwassenen, weet de schrijver precies hoe hij moet eindigen, te weten, met een huwelijk. Doch wanneer hij iets uit de kinderwereld weergeeft, moet hij ophouden, waar het hem 't best toeschijnt. De meesten der personen die in dit boek voorkomen leven nog en zijn voorspoedig en gelukkig.

Woord Van De Dag

soepe

Anderen Op Zoek