Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 18 juli 2025
Reeds de naam van deze voordracht "esoterisch of innerlijk Christendom" zal waarschijnlijk door vele Christenen verworpen worden. Weinigen onder de hedendaagsche Christenen willen toegeven dat er een esoterisch Christendom bestaat, ja zelfs hoort men Christenen er zich dikwijls op beroemen dat hùn godsdienst ten minste niets heeft dat teruggehouden en verborgen is.
Tevens moet men toegeven, dat de Egyptische magie meer dingen met godsdienst gemeen heeft, dan de meeste andere magische stelsels en dit komt door de buitengewone omstandigheden, waaronder de godsdienst op den Egyptischen bodem zich ontwikkeld heeft. Krachtnamen.
Denkt men aan de gevolgen der onmatigheid op de inboorlingen zoowel van Noord- als Zuid-Amerika, dan zal men, denk ik, toegeven dat ieder die het wèl meent met Tahiti, geen gewone mate van dankbaarheid aan de zendelingen verschuldigd is.
Dat de zwarten niet in gelijke mate als de blanken in Amerika vermenigvuldigen, is een feit, dat door niemand betwijfeld wordt. Ieder beoefenaar der statistiek zal ook toegeven, dat zij na hunne vrijverklaring minder snel toenemen dan in den staat der slavernij.
Ik wilde eerst weigeren, maar Thani bracht mij tot andere gedachten. "Ik moet toegeven," zoo sprak hij, "anders zal de oorlog uitbarsten, uwe pagazis zullen wegloopen, en u en uwe bagage in de macht laten der Vouagogo. Geloof mij: laat ons den sultan niet verbitteren." De slaven vertrokken weder, en namen honderd-twintig el mede.
Eindelijk nam ik een besluit, waarop mij waarschijnlijk een streng oordeel te wachten staat, en niet onrechtvaardiglijk, want ik moet toegeven dat ik het behoud van mijn oogen en daardoor mijn vrijheid, heb te danken aan mijn groote onnadenkendheid en mijn gebrek aan ervaring, omdat, als ik toen was bekend geweest met den aard van vorsten en ministers, zooals ik die sinds toen aan verscheidene andere hoven heb waargenomen, als ook met hunne gebruikelijke manieren van behandeling van misdadigers, die minder dan ik misdreven hebben, dan zou ik met groote bereidwilligheid en opgewektheid zulk eene lichte straf hebben ondergaan.
De mond is best, hij had die min of meer dunne lippen ... en toch ... Ik ben immers niet onbescheiden u neemt toch niet kwélijk èls ik soms iets zeg, dèt u niet toegeven kèn?... Neen! neen! Waarachtig niet; ik luister met allebei m'n ooren u spreekt zoo verstandig ik leer van u ik ben u dankbaar! O, meneer Bruin!
Het is duidelijk dat dit een uitvlucht is. Zoo het waar is, dat het bekend maken dier redenen jonge menschen had kunnen verleiden, omdat zij hem hebben kunnen verleiden, dan is het ook waar, dat 't bekend-maken der overwegingen, die hem later die redenen als dwalingen hebben doen beschouwen, evenmin zijn uitwerking op die jonge lieden zou [p.164] hebben gemist. Hij moet toch hebben ingezien, dat het verzwijgen èn van de redenen èn van datgene, dat hen in zijn eigen oordeel tot dwalingen stempelde, de zaak voor de jongeren pas recht gevaarlijk maakte: nu blééf hun alleen een slecht voorbeeld gegeven door een groot man. En overigens zal men mij wel willen toegeven, dat deze bezorgdheid al zeer vreemd aandoet in den mond van iemand die wel zeer gemoedelijk spreekt over zekere sexueele hebbelijkheid, waaraan hij verslaafd was, 't geen niet alleen heel wat prikkelender op jonge gemoederen kan werken dan dit, maar ook heel wat gevaarlijker is, omdat het zooveel makkelijker kan worden nagevolgd. Waar bleef toen wel die bezorgdheid? Men begrijpe mij wèl: ik acht er de Confessions en hun schrijver des te hooger om, dat toen die "bezorgdheid" er niet was. Zij is geheel out of season in een werk, dat nu eenmaal, zonder zich om de meer verwijderde en bijkomstige gevolgen te bekommeren, een biecht wil zijn en niets dan dat. Máár waarom dan alleen bij deze gelegenheid van dat standpunt afgeweken? D
Op hunne onschendbaarheid steunende, ontzagen de volkstribunen zich dikwijls niet, geweldige maatregelen te nemen wanneer de aristocratie van geen toegeven wilde weten. Er zijn voorbeelden, dat zij volksvergaderingen en verkiezingen beletten, dat zij de lichting van troepen verhinderden, enz., maar ook dat zij na afloop van hun ambtsjaar door de plebs zelve tot geldboete veroordeeld werden.
Er bleef niets meer van het materieel over, dat aan Cyprianus zoo veel zorgen en moeite gekost had. Alles moest weer opnieuw begonnen worden, òf hij moest de plaats ruimen. "Neen," riep hij uit. "Ik zal niet toegeven. Ik zal eene klacht tegen de ellendelingen inbrengen, die mijn goed vernield hebben. Ik zal zien of er in Grikwaland geene gerechtigheid meer is."
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek