Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


Ik had vizioenen waarin mijn gansche leven en verleden vóór mij heen zweefde. Ik dacht aan mijn tehuis, aan 't schoone Vlaanderen, aan mijn vrienden, aan Tieldeken van Meylegem, en aan de freule van 't Kasteel. Er kwamen tranen in mijn oogen, die langzaam over mijn wangen vloeiden.... Zoo overviel mij eindelijk de slaap.

Reeds vertoonde zich het torentje van Meylegem-Zuid in de verte. Wat leek het lieflijk-intiem en poëtisch: de eene kant in 't duister, de andere kant gansch tintelend-zilverwit, met den pikzwarten rechthoek, van 't klokgat, dat staarde als een oog in den glanzenden nacht. Daaronder een paar zwakke, gele pitjes en even verder, aan den rand van het ijs, dat vagelijk glinsterde, de drie verlichte ramen der gelagkamer van het Gemeentehuis. Tieldeken was dus nog op; ik zou haar zien en ook nog eens van h

Mijn trouwe ijsvrienden, Quiline, Tieldeken, nu had ik eensklaps niemand meer en nu eerst voelde ik recht wrang en hard hoe koud en hoe verlaten het ijs is zonder liefde. De schoone, tintelende vlakte strekte zich voor mij uit als een dorre, troostelooze, doodsche woestijn.

Zij was het levende beeld-zelf der schoonheid van de gansche schoone streek; haar onverwacht verschijnen, de eerste maal toen ik daar aanlandde, was voor mij geweest gelijk een openbaring; haar wezen glansde als 't ware over 't dorpje en de gansche streek en toen ik haar gezien had begreep ik diep en duidelijk waarom Meylegem-Zuid mij zooveel liever was dan Meylegem-Noord en hoe ook het heele landschap met al zijn mooie, intieme, pittoreske poëzie alleen maar scheen te bestaan omdat Meylegem-Zuid bestond en omdat op Meylegem-Zuid Tieldeken woonde.

Dat was Tieldeken van Meylegem, dat was jonkvrouw Quiline, dat was het mooie, groene Vlaanderen, wel zacht, wel lief, wel boeiend en wel diep-ontroerend, maar verre, o zoo verre, en zoo verbleekt en verwazigd, vergeten bijna naast het rood en den gloed van den nieuwen hartstocht. De wereld stond voor mij open.

't Efs zeker, g'hêt wèl dreupelfs gevroagd! 't Werd een ellendig en bespottelijk gebrabbel en gekibbel en ik leed er onder, ter wille van Tieldeken, die dat vernederend gedoe moest bijwonen.

Tieldeken kon zoowat vier of vijf en twintig jaar zijn en 't komt mij voor alsof ik haar daar nu nog levendig en frisch vóór mij zie staan: de wangen blozend, de oogen stralend, den mond met witte tanden naar mij toe lachend en 't bruine haar rechtop gekamd en ietwat kroezend om de slapen, het mooiste haar, dat ik mij herinner ooit gezien te hebben.

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek