Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 13 juni 2025


En soms sloeg Tieldeken haar handen van bewonderende verbazing in elkaar en riep geestdriftig uit: Ha moar meniere toch, woar hè-je gij da geleerd! Hij rijdt zeu goed as boerke van Meylegem! beweerden enkelen. Hij 'n doet: boerke van Meylegem ree nóg stirker! hielden anderen vol. Boerke van Meylegem!

Het was zoo gek: als ik met Tieldeken alleen was, durfde ik zelfs aan geen knijpen en geen zoenen denken; maar zoodra de vader ergens buiten de gelagkamer langzaam op zijn klompen rondliep, kittelden mijn vingers en jeukten mijn lippen om het wèl te doen. Maar ik durfde niet, ik durfde niet!

Men hoorde hem van 'k weet niet hoeverre op zijn klompen aankomen en telkens als ik hem zoo hoorde drong 't besef in mij door hoe gemakkelijk dat zou gaan om Tieldeken even in de zij te knijpen en te zoenen, zonder dat de oude er iets van merkte.... als ik het maar had durven wagen om eventjes Tieldeken te knijpen en te zoenen.

Toen dacht ik weer aan Tieldeken van Meylegem en voelde een soort wroeging en heimwee. Wat had ik haar verwaarloosd, bijna vergeten! En ik reed er weer eens heen en bleef er enkele uren; maar 't was reeds d

Nooit heb ik scherper het heerlijk gevoel van victorie gesmaakt; nooit heb ik er uiterlijk minder van laten blijken. Ik wisselde een blik met Tieldeken, één enkele, en in haar mooie, geestdriftige oogen las ik volop den glans mijner algeheele, onbetwistbare overwinning. Dat was mijn heerlijke belooning.

En eigenlijk wist ik nooit precies wat mij wel 't aangenaamst was: alleen met Tieldeken of in gezelschap van anderen. Met Tieldeken alleen kwam er over mij een gevoel van knellende benauwdheid; en als er daar bezoekers waren, dikwijls ruwe, lawaaierige kerels, voelde ik mij ook allesbehalve op mijn gemak.

Zoo was er eens een die mij zei, terwijl Tieldeken hem in den kelder een glas bier ging halen: 't Es 'n malsch poezeken, e-woar, meniere; moar 't es spijtig da ze kromme bienen hêt. Een golf van bloed steeg naar mijn hoofd. Kromme beenen! Daar had ik nooit iets van gemerkt. Hoe wist die kinkel....! Hè-je da nog nie gezien, meniere! lachte hij om mijn verbouwereerdheid.

Met Tieldeken alleen wist ik soms minuten lang geen enkel woord te zeggen, en als daar grove boerenkinkels zaten werd ik voortdurend gehinderd en geërgerd door hun onbeschaamd optreden, door hun smakelooze grappen, door hun ganschen toon en gansch hun houding, die kwetsend en als 't ware ontheiligend was, tegenover zulk een mooi, en zacht, en bekoorlijk wezen als Tieldeken.

Daar lei ik vast en zeker altijd aan. Want daar was behalve 't pittoreske der omgeving, iets dat mijn achttienjarig, frisch-en-vurig jongenshart vol romantische illuziën onweerstaanbaar boeide; en dat was Tieldeken, de dochter uit 't Gemeentehuis!

Tieldeken was wel enkele jaren ouder dan ik, doch wat deed het er toe en hoeveel heele jonge mannen hebben niet hun eerste liefde op oudere meisjes of vrouwen gevestigd!

Woord Van De Dag

buitendam

Anderen Op Zoek