Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 mei 2025
Het jongemeisje begreep dat ze heen moest gaan. Ze zocht een voorwendsel, en verwijderde zich, onderweg steunend tegen de meubelen. Wat in dit onderhoud afgehandeld werd is te min en te kleinzielig voor vermelding. Toen het afgeloopen was, en men scheidde, was iedereen in zijn schik. Daarna zeide Capitán Tiago tot tante Isabel: "Laat aan 't logement zeggen dat we morgen een feest geven!
Als ze ooit heilig verklaard werd wat haar vereerders vast geloofden dan was Capitán Tiago bereid haar zelfs aan de altaren te aanbidden, mits ze maar spoedig hemelwaarts trok. Zoo was Capitán Tiago toen. Wat zijn verleden aangaat, hij was de eenige zoon van een suikerplanter van Malabón, tamelijk welgesteld, maar zoo gierig dat hij geen rooie duit wilde uitgeven voor de opvoeding van zijn zoon.
De militair stond stil en hem de hand toestekende, zeide hij: "M'n beste jongen, vraag u de bijzonderheden maar aan Capitán Tiago. En nu, goeden nacht. Ik moet gaan kijken of er niets bijzonders is." Ibarra drukte hartelijk, maar zwijgend de magere hand en stil volgde hij hem met de oogen tot hij uit het gezicht verdween. Hij keerde langzaam terug en zag een rijtuig voorbijkomen.
"Zoo, meneer Linares, zoo alleen?" groette hij en richtte zich naar de zaal, door welker half-geopende deur eenige tonen van een piano naar buiten kwamen. Linares wilde glimlachen. "En Don Santiago?" liet de pastoor volgen. Capitán Tiago verscheen juist, kuste den pastoor de hand, ontdeed hem van zijn hoed en stok, en lachte als een gelukzalige.
Tante Isabel schreef die eigenaardigheden toe aan zwangerschaps-invloeden bij Doña Pia: ze herinnerde zich dat ze haar in de eerste maanden herhaalde malen had zien schreien voor de beeltenis van den heiligen Antonius. Een andere nicht van Capitán Tiago was van hetzelfde gevoelen: alleen verschilde die in de keuze van heilige. Voor haar was het òf de Heilige Maagd, òf Sint Michaël.
In het volgende gedeelde "de voedsterling van Minerva," die naar 't moederland was gegaan, om de echte bakermat der kunsten en wetenschappen te gaan begroeten, en wat verderop "de Filippijnsche Spanjaard" enz. Capitán Tiago brandde van grootmoedige wedijver, en begon erover te denken of het niet misschien ook zijn plicht was, op zijn kosten een klooster te stichten.
Capitán Tiago wilde dat ze Sint Franciskusschool zou genoemd worden. Er kwamen eenige vriendinnen van Maria Clara en deze noodigden haar uit, om mee te gaan wandelen. "Maar kom gauw thuis," zeide Capitán Tiago tot zijn dochter, die hem om permissie vroeg, "je weet wel dat Pater Dámaso van avond komt eten: die is pas aangekomen."
De jonge vrouw liet zich leiden als een kind en beiden sloten zich op in haar kamer. Capitán Tiago en Ibarra waren in levendig gesprek toen tante Isabel verscheen, die haar nichtje half met zich meesleepte, terwijl deze overal heen keek, behalve naar de menschen. Zij en de jonge man wisselden daarna slechts één blik: hun ontroering vond geen woorden.
Op 't uur dat wij binnenkomen, zien we reeds de gobernadorcillo, Capitán Pablo, Capitán Basilio, Lucas, de man met het litteeken in zijn gezicht, die zooveel verdriet had over den dood van zijn broer. Capitán Basilio treedt toe op iemand uit het volk en vraagt hem: "Weet je ook welke haan Capitán Tiago meebrengt?" "Ik weet het niet, meneer. "Ik geloof 't zeker!
Capitán Tiago hield er zijn voorteekenen op na: hij lette op de vlam der kaarsen, op het opstijgen van den wierook-walm, op de stem van den priester enz., en uit den indruk, dien hij daarvan kreeg, maakte hij zijn winkansen op.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek