Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 11 juni 2025
Maar des avonds van denzelfden dag zou hij, zelf onbemerkt, daar hij achter een dikken boom verscholen stond, een man hebben gezien, die zich van den weg naar het dichtst van het bosch begaf, "en welke man volstrekt niet uit de omstreken was, maar dien hij, Boulatruelle, zeer goed kende." Thénardier's vertaling hiervan was: "Een makker uit het bagno."
't Was juist in dezelfde maand, dat de Thénardier's, na in plaats van zes francs er twaalf te hebben gevraagd, nu vijftien in plaats van twaalf francs eischten. Fantine was als door den bliksem getroffen. Zij kon de stad niet verlaten, wijl zij de huur en het bedrag van haar huisraad schuldig was. Vijftig francs waren tot de voldoening daarvan niet toereikend.
Wat was er intusschen geworden van deze moeder, die, zooals de inwoners van Montfermeil zeiden, haar kind zou verlaten hebben? Waar was zij? Wat deed zij? Na haar kleine Cosette bij de Thénardier's te hebben achtergelaten, had zij haar voetreis voortgezet en was te M. sur M. aangekomen. 't Was, zooals men zich herinnert, in 1818. Fantine had haar geboorteoord omstreeks tien jaar geleden verlaten.
Het formaat is alleen kleiner; dat is het onderscheid. Een jaar verstreek; ook een tweede. Men zeide in het dorp: "De Thénardier's zijn toch brave menschen. Schoon ze niet rijk zijn, brengen zij toch een arm kind op, dat men bij hen heeft achtergelaten." Men meende, dat Cosette door haar moeder vergeten werd.
Die arme kleine Cosette, die niemand anders dan mij op de wereld heeft, en op dit oogenblik, waarschijnlijk blauw van koude, in 't ellendig verblijf der Thénardier's verwijlt. Dat zijn ook kanaljes! En zou ik ten aanzien van deze allen aan mijn plichten te kort doen! Ik zou mij gaan aangeven! Ik zou zulk eene dwaasheid doen. Laat ons het ergste nemen.
De Thénardier's meenden te eerder tot deze handelwijze gerechtigd te zijn, wijl de moeder, die steeds te M. sur M. was, ongeregelder begon te betalen. Zij was reeds eenige maanden ten achter. Zoo deze moeder na verloop van drie jaren te Montfermeil ware teruggekeerd, zou zij haar kind niet herkend hebben. Cosette, bij haar komst in dat huis zoo lief en frisch, was nu mager en bleek.
"Ja," zei Fantine, "veertig francs." Zij begon na te denken, en zette zich aan haar werk. Na een kwartieruurs stond zij op en ging naar de trap om Thénardier's brief nog eens over te lezen. Toen zij weder terugkwam, zeide zij tot Margaretha, die naast haar werkte: "Wat is dat toch de gierstkoorts? Weet gij 't?" "Ja," antwoordde de oude vrouw, "'t is een ziekte."
Dit zal u weer beter maken." "Ja..." zeide zij, "hij heeft gelijk. Maar om welke reden behouden de Thénardier's Cosette zoo lang! O, zij zal komen. Eindelijk zal ik het geluk heel nabij mij hebben." Intusschen liet Thénardier het kind niet los, en had daarvoor allerlei voorwendsels aan de hand: Cosette was nog een weinig ongesteld en kon alzoo des winters niet op reis gaan.
De laatste dezer kramen, die juist tegenover Thénardier's deur stond, was vol blinkende, rinkelende goederen, glaswaren en prachtige blikken voorwerpen. Vooraan in de kraam had de koopman tegen een achtergrond van witte servetten, een groote twee voet hooge pop geplaatst, in rose krip gekleed, met gouden koornaren op 't hoofd, met echt haar en porseleinen oogen.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek