Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 9 juli 2025
Het zou van zelf wel eindigen, zoodra 't met Tante... ja... Tante... die was eigenlijk de geheele oorzaak van alles! En, trouwens, Belzemien waakte, o, wat dat betrof mocht Cordúla gerust zijn: hij hield Standje in 't oog, hij had hem reeds herhaaldelijk tersluiks op een afstand gevolgd terwijl hij met Leontientje in het veld ging wandelen.
De Dajaks zwegen op deze vraag, doch keken elkaar tersluiks even aan. »Denk aan mijn woorden! Alleen indien ge naar waarheid antwoordt op mijn vragen, kunt ge op mijn hulp rekenen. Anders lever ik u over aan de Kenjaoe's!" Dit dreigement was voldoende om de menschen weer aan 't praten te krijgen. »Een paar rijstoogsten geleden is hier ook een blanke geweest.
Hij keek haar van terzijde aan, tersluiks, met schuwe oogen; wachtend op hij wist niet wat in zijn toenemende bedeesdheid, wachtend op een woord van haar, op een toevallige aanvoeling, op een gezegde van een ander, dat hem aanleiding zou geven om ook te spreken en uit zijn onuitstaanbaar-drukkende knelling verlost te zijn.
Hij ontweek zooveel mogelijk zijn kennissen, deed of hij ze niet zag, aldoor druk zaken doende.... En zoo gauw mogelijk liep hij weer naar kantoor, vroeger dan anders. Al de bedienden blikten op en keken hem tersluiks aan toen hij binnenkwam; de oude boekhouder tuurde onderzoekend over zijn bril en die bleeke jongen, achter, wreef zich de dikkige handen en trok zijn mond alsof hij gelachen had.
"Al spoedig. In de vacantie, denk ik." "Voortreffelijk! Je vraagt zeker al de jongens en meisjes?" "Ja, al mijne kennissen, dat is te zeggen, al de jongens en meisjes, die lief tegen mij zijn," en meteen werd er tersluiks naar Tom gekeken.
Zij liet haar tranen den vrijen loop en stopte mij zelfs tersluiks een dukaat in de hand. Zoo ging ik dus uit Almédo en sloeg den weg naar Segovia in. Ik had geen twee honderd pas gedaan, of ik stond stil om te zien wat er in den zak was. Ik vond er twee scheermessen in, die al tien generaties schenen dienst te hebben gedaan, zoo versleten waren ze, met een aanzetriem en een stuk zeep.
Ik had het geluk niet om zoo lang te zijn als hij en ik miste ook zijn fraaien kop; mijn gestalte was eer klein dan middelmatig; bovendien was ik vrij mager en op mijn gelaat stond meer angst dan zelfvertrouwen te lezen. Onder het voortgaan wierp ik tersluiks rechts en links een blik, om te zien welken indruk wij maakten.
Hij gaf tersluiks een wenk aan Jemmy, om voort te gaan met vragen; want hij wilde eerst dan spreken, als hij den tijd daartoe gekomen achtte. "Dat vind ik niet kwaad," antwoordde de dikke. "En waar wilt gij dan verder heen?" "Dat is nog onbepaald. Misschien naar de Greenrivier, om naar bevers te zoeken." "Daar zult gij er niet veel vinden. Dus gijlieden zijt trappers, beverjagers?" "Ja.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek