United States or Barbados ? Vote for the TOP Country of the Week !


De liefderijke Machteld wierp zich op de schoot haars vaders, en omving zijn hals in beide haar armen; dan bezag zij met bewonderende eerbied degene wiens gelaat voor haar zo heilgevend als het aanschijn der Godheid was, de Man wiens edel bloed ook in haar aderen vloeide en die haar zo teder en zo innig beminde.

Haar ogen stonden met een ijslijke onbeweeglijkheid in haar hoofd, en haar wangen, hoe teder ook, waren in bevende rimpels samengetrokken; soms bracht zij haar armen als in een smeking naar de onbekende, die haar moest verlossen, doch zij hing welhaast machteloos en slap over de rug van het paard.

Maar, indien dit afgodinnenbeeld uwer ziel, waarvan het aandenken al de ogenblikken uws levens, zelfs in de slaap vervulde indien die vrouw, die gij zo teder en zo minnend droomde, uw blakende liefde met verachting of honende onverschilligheid betaald heeft dan hebt gij gelijk de treurige Adolf de slang des naijvers in uw boezem voelen wroeten; dan zijn misschien ook voor de eerste maal twee twijfelachtige rimpels op uw voorhoofd gekomen.

Ik ken uwe waarde, uw bevallig beeld zweeft my altoos voor den geest. Wat zal myn leven, wat zullen myne goederen zyn, zonder u, ô myne zielsbeminde? Ik zal hopen! Uw hart is immers nog vry? Zult gy my niet verachten, als ik u zeg, dat ik den Heer R. niet meer dulden kan? Maar eene liefde, als de myne, is zo teder als oprecht; en hoe kan ik het denkbeeld dragen, dat hy uwe hand vat!

Zy klaagt, dit oogenblik, aan 't lommer van de boomen Den naam van oudren niet, haar veel te vroeg ontscheurd, En daaglijks, maar haar hart nog nooit genoeg betreurd. Helaas! de onnoozle zucht om andren kommer, wreeder Dan kinderlijke smart om oudren dood, hoe teder!

Maar, 't geen my 't hart doorboort, hoe zal het teder hart myner moederlyke Vriendin lyden! door my lyden!... Ik was besluiteloos wat te doen. Evenwel, alles al weer overpeinzende, dagt ik, 't is echter de eenige nu openstaande weg. Ik moet dit getuigenis geven van myne onschuld!

Maria naderde bij het wanhopige meisje, en drukte haar de hand met een teder medelijden. Zij gaf aan haar stem die zachte toon, die als een zoet gezang in de ziel der ongelukkige dringt, en sprak: "Uw tranen vloeien in stilte, mijn dierbare Vrouw, uw hart smelt weg van droefheid en wanhoop; en niets niets verlicht uw bitter lot! Ho, gij zijt zo ongelukkig!" "Ongelukkig, zegt gij, mijn vriendin?

'k Verhard mijn borst niet meer, ik zink in tranen neder, ô Almacht! ja 'k versmelt, mijn ziel werd week en teder, Ze is menschlijk. 'k Ben, ô God, 'k ben vader, 'k voel het bloed Van vader in dit hart, 't verandert my 't gemoed. Twist' kinderlooze met uw Almacht!

Dit roerend toneel had Maria in stilte aanschouwd: alhoewel zij evenzeer naar de liefkozingen haars teruggekeerden broeders dorstte, was zij edelmoedig genoeg geweest om de gelieven door geen enkel woord te storen; haar hart was zo goed, zo teder!

Wat vraagt gij van Machteld om zulke liefde en zulke trouw te vergoeden?" "Uw woorden, o Machteld," riep hij, "maken mij reeds zo gelukkig, dat geen wens meer overblijft." Terwijl aanzag de Jonkvrouw hem met stijve blikken; en zij bewonderde de grootheid van degene die zij zo teder beminde.