Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
Als ik t'huis kom, zal ik je alle Zondag afhalen om ter kerk te gaan, want ik ben nog zo een oud Hollands man; en je zou niet geloven, Kind, hoe fraai de meisjes zyn, als zy daar, gelyk zo een rei wassepoppetjes, wel gekapt en gekleet, aandagtig zitten toe te luisteren wat de Leeraar zegt.
Ik vroeg haar, of haar meester t'huis was; maar zy antwoordde in eene taal, waar van ik niets verstaan kon. Op het hooren van den naam van den heer LOLKENS, schaterde zy van lachen, toonende een paar ryën allerschoonste tanden; waar na zy, my by de knoopen van myn rok vattende, een teeken gaf om haar te volgen. Ik wist niet te wel, of ik dit doen moest, maar eindelyk ging ik met haar mede.
Ten slotte, zegt onze geleerde Hartog. Vaarwel! ik twyvel niet, of gy zult voldaan zyn over de uitvoering uwer Commissie. De Meiden zyn wèl, en de dienstpresentatie aan de Juffrouwen. Heden, Naatje, hoe raar was het my, zo als vrouw en voogd in uw huis te dribbelen; wat had ik een wysheid in het terdeeg schikken uwer klederen, enz. Willem, myn beste Willem, was gevallig t'huis.
Mijn meid en de meid van den schrijnwerker, schuins over de deur, hebben haar afgeleid, en alles zal eerlijk en ordentelijk toegaan, en mijn man heeft alles heel goed bezorgd. Jongens, jongens, zei ik 's avonds tegen mijn man; wie had dat kunnen denken! Zondag vier weken, toen uwe nog t'huis was en toen wij naar de avondkerk gingen, zat zij nog voor het gordijntje en groette zoo opgemonterd.
Nog niet, jongen, ik niet, maar Dompe Kleerik is rijk man geworden, deze heeft heel zijn leven met zand gereden en nu blijft hij achter zijnen disch t'huis; 't wordt hem toegevoerd met heele schepen en zoo goed als gratis, en ik en een ander nu vullen daar ons karren en we zijn aan hem verhuurd.
Een vreemdeling bevindt zig hier overal, of hy t'huis was: men verschaft hem, met de meest mogelyke gulheid, tafel en huisvesting, op elke Plantagie, het geen van des te meer aanbelang is, om dat men in de nabyheid van alle de Rivieren der Volkplanting Surinamen niet weet, wat eene herberg is.
En de Hollanders? Mijn landslui? Dat bennen beste menschen, maar ze hebben allemaal kijkers t'huis zeggen ze. O ja! dat's waar ook, hoe heet de burgemeester van Amsterdam ook weer? Vening Meinesz. Neen die was 't niet! Wie was er voor hem? Mr. van Tienhoven. Die was 't ook niet, jelui heb toch nog meer burgemeesters gehad niet waar? Zeker! Den Tex, Van Vollenhoven, Fock. Neen!
Een Vischotter tracht zelfs in de kleinste ruimte op de een of andere wijze partij te trekken van het element, waarin hij zich t'huis gevoelt: de Nerts denkt hier niet aan; hij gebruikt het water alleen als drank, en niet om er zich in te baden of er in te spelen.
Was het echter vroeger, ik zou u door uw t'huis blyven verpligt zyn. Zo waar, daar is hy reeds om u. Uit was ons gesprek. Maar ik betuig u, dat ik, met al myn musikale drift, naauwlyks in staat was, om my op 't Concert niet te vervelen. t'Huis komende was ik niet vrolyk. Zy sprak echter nergens over, want Hartog en Lotje waren in de eetkamer.
Ik heb nog wel grooten honger en pijn in mijnen buik, maar als vader t'huis komt, dan zal ik immers eene boterham krijgen, moeder?" De ongelukkige vrouw sloeg hare beide armen om het goede kind, en drukte het met liefde tegen hare borst; een oogenblik daarna liet zij het ongevoelig van hare knieën glijden, en verviel in hare eerste neerslachtigheid.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek