Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 6 juni 2025
En de wijn vloeide in de kelen als een stroom in de zee. Terwijl de klokken luidden en de wind, bij vlagen, aan Klaas 't gezang van mannen, vrouwlieden en kinderen bracht, vroeg hij opnieuw aan den heremiet, welke hemelsche gratie die sukkelaars hoopten te verkrijgen, na die hardhandige oefeningen.
"Zij verlieten niet gaarne de keuken," ging de vrouw voort, "want die onnoozele sukkelaars zijn nog nieuwsgieriger dan redelijke menschen.
Die sukkelaars van boerenjongens hier, kunnen nu gaan denken dat we 't meenen en ons hier afwachten om hunne jaloerschheid op ons uit te kloppen! loech André weer. Odo monkelde nog, maar rechtte den stijven hals, 't Zou er moeten een groote bende zijn om ons te lijve te komen, meende hij. Daarop reden ze sprakeloos voort. Elk was bij zijn eigene gedachten.
Eerwaarde vader, vroeg hij, welke misdaad hebben die arme sukkelaars bedreven, om elkander zoo wreedelijk te mishandelen? Doch zonder hem te aanhooren, riep de heremiet: Luieriken! gij verliest den moed. Als de vuisten moede zijn, zijn de voeten het immers nog niet! Zijn er onder U, die beenen hebben om te vluchten als hazen? Wat doet het vuur uit de steenen springen? Het ijzer, dat er op slaat!
Paf, daar lag hy, en David ook niet lui, als de blis er op, flink maar, zyn dikken kop afgeslagen: dat was zeker geen sukkelaars werk, meen ik. Hy was een Groot Generaal; dat klinkt je wat anders voor den snoet. Paulus? van Paulus moet je afblyven. Wat praat jy van een goddeloos huis? mogen de jonge Dames dan niet zingen, niet spelen, als zy maar wel oppassen en braaf zyn?
De koe, de koe alleen waarde nog rond door zijne gedachten: ze stond daar, even een vreemde onnatuurlijkheid, groot gedrochtelijk, onwetend van heur eigen, koppige geslotenheid. En Ghielen zag zichzelf daarbij met Doka als twee magere, houtene sukkelaars, te wachten lijk zot naar een ding dat niet bestond.
Gaat de arme sukkelaars voorbij zonder ze aan te spreken, dan hebt gij er geenen last van.... Zie, fourier, ginder onder den lindeboom staat er reeds een. Hij houdt de wacht op den Groenen Heuvel bij de kapel der heilige Dymphna." De onder-officier richtte het oog op den aangewezen man en mompelde met verrassing: "Ja, die is ongetwijfeld zot." "Stapelzot," bevestigde de burger.
De drie sukkelaars, die malkander niet konden zien, malkander nooit gezien hadden, moesten toch lachen, omdat ze wisten dat ze verkleed waren en ze sloegen er menigen fijnen, zotten slag uit. En ze zongen met den lach op den mond, terwijl de korte ster over end' weer draaide.
Ik ben een oud Hollander, die hier niet kom om zulke grillen, maar om mijne affaire te doen, en bemoei mij niet met het teeken des beestes, of waar zij dat opplakken; doe ook zoo, en je zult wèl doen. Wel, ik denk, dat ik zoowel in den Bijbel lees als jij, maar wie duivel heeft daar ooit van heilige sukkelaars gelezen? Broer Benjamin is een zotte vent, hoor!
Soms half wakker schietend, zeide een hunner dat het leven toch schoon is en dat de arme sukkelaars, die klagen, ongelijk hebben. Bij dien heiligen man werd Uilenspiegel koster. Hij diende zeer goed de misse, en vulde wel driemaal de wijnkannetjes, tweemaal voor zich zelven en eenmaal voor den proost. De klokluider Pompilius Numan stak hem hierbij een handeken toe.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek