Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 16 mei 2025
O neen, Eugène, zoo meende Flip. Maar ik zeg: met veel kussens, weetje? Maar ... die kruiers zyn lompe menschen, en ... ze rekenen hoog. Al wat boven 'n dubbeltjes-boodschap gaat ... berekenen ze vreeselyk hoog, papa! 't Weekbriefje vooral als Gerrit styf van rhumatiek is, papa! o, dan is 't weekbriefje ... fameus, papa!
Wil je thee, Duclari? Wel neen, ik ben warm genoeg! Heb je geen klapperwater? Dat is frisscher. Dat laat ik je niet geven. Als men warm is, houd ik klapperwater voor heel nadeelig. Je wordt er styf en jichtig van. Zie eens de koelies die zware vrachten over de bergen dragen: zy houden zich vlug en lenig door heet water te drinken, of koppi dahoen. Maar gemberthee is nog beter ... Wat?
Lotje durfde niet spreken, dan met de Kat, en Hartog hieldt een deftig, styf, peinsagtig air. Wy gingen vroeg naar bed, en nu schryf ik u deezen, om hem by de eerste occasie te verzenden. Nagt Liefde. Kom spoedig by Vriend Jan! Uit is de klugt! de myne de myne is zy, moet, zal zy zyn. ô! Dat lief Bekje! En hadt gy waarlyk zin om den Hortus Medicus te zien?
Maar gauw dan, 't is geen pleizierig staan hier. Jansen stapte naar de roef, en Wouter op de vrouw toe. Hy haalde 't grauwlinnen zakje waarin z'n geld geborgen was voor den dag, had 'n beetje tyd noodig om den styf in-een-gedraaiden hals te laten ontkrinkelen... De waardin zag dit heel goed, en berekende den inhoud naar de snelheid van de wenteling. Maar... 't kon kopergeld wezen?
Als ys viel deze zonderlinge Gerritsche filosofie onzen Wouter op 't gemoed. Beschaamd sloot-i den zolder, en begaf zich naar beneden met Gerrit, die hem verzocht niet te verklappen dat-i op den bovensten zolder geweest was. Want, zeid-i: Dan sturen ze m'n op boodschappen uit. En daar ik styf van rimmetiek ben ... kyk, m'n duim is er krom van, en dus ... loopen kan ik niet, dat zieje wel!
Ja Juffrouw, zei ik, die Weduw is een heel braaf mensch, dat weet ik heel wel, en Juffrouw Saartje gaat gekleet, zo als alle ryke jonge Juffrouwen; en, zei ik, onze lieve Heer ziet op het hart, niet op de kleren, zei ik; nou zei zy, "Kind, je hebt geen Licht ". Nou Juffrouw, als je trouwt, wat zul je dan kerjeust wezen! en dat's evel geen zonde; want je Moeder, die zo vroom was, als er een mensch over een paar benen gaan kon, en ouwe Hille, onze Schoonmaakster, wel zo veel goeds gedaan het, die oud en katyvig wierdt; sting styf van 't stof, toen zy trouwde; ik wou, Juffrouw Saartje, dat je dat eens gezien hadt.
Die Wullekes ... hoor eens, als-i naar me vraagt ... zeg maar dat je niks van me weet, en dat ik styf ben van rimmetiek, weetje, want ... ik ga na de keuken om m'n kommetje thee te drinken, 't Zal wel koud wezen, maar ... ik moest toch 'reis even zien wie daar na 't zolder liep. Jawel, hy is het ... dat kan ik altyd precies hooren aan 't openhalen van de achterdeur.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek