Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 8 juni 2025
Ze verliet de zaal met Oom Sybrand, die weldra zou terugkeeren met Femke: Als ze wil! voegde hy er by, op 'n toon die twyfel te kennen gaf. Want, zeid-i, ze houdt niet van drukte. O he, dit meende Wouter beter te weten. Oom Sybrand had haar eens op de Botermarkt moeten zien, en in de gekroonde Jeneverbes! Maar zulke dingen verklapt geen ridder. Hy zweeg dus.
Een vers opzeggen! Neen, 'n fabel... la cigale, of zoo-iets! Ja, ja, ja! 't Pand was van Wouter. Ik ken geen fabel, zeid-i bedrukt, en fransch versta ik ook niet. Ik zal je helpen, riep Emma... le pere, du père. Och, dat 's geen fabel... toe, Wouter! 't Was 'n heele pret voor sommigen in den kring, dat Wouter geen fabel kende en geen fransch verstond.
De beide bezoekers verlieten 't huisje. Wouter bezag met begrypelyke nieuwsgierigheid het adres. Het was de naam van 'n zeer bekende koopmansfirma, van "'n huis op Archangel" zouden z'n postkantoorvrindjes gezegd hebben, en de pater scheen dit best te begrypen: "want, zeid-i, voor ze van staat veranderde, is ze veel in Rusland geweest."
Zeker is-i in de kommeny geweest, zei ze, want ze weten nooit waar ze wezen moeten... zulke kruiers! En waarom zoud-i daar niet verteld hebben dat de jongeheer want "jongeheer" zeid-i by dokter Holsma leseerde, op den kolveniersburgwal? Want, zieje, zoo'n man praat altyd. Die soort van menschen doen niets als praten. Nu, ieder mag 't weten.
Was 't goed geprezenteerd, of niet? Maar ze deed het niet, en zei dat ze te veel huizen verzuimde. Huizen, juffrouw? Ja, bedelhuizen. Ze had er zeventien alle-dag, zei ze, en toen schold ze me-n-uit over m'n zes duiten. Dat zei ik aan pater. En wat zeid-i? "Och, zeid-i, ze is te oud, 't mensch kan niet vegen." Heb je van z'n leven! Ik zei: "pater ze is jonger dan ik!"
Of nu onze kleine bediende zich zoo onnoozel hield om z'n kinderachtigen patroon den vollen triumf van z'n uitlegging te laten, weet ik niet. Misschien zeid-i maar neen, uit verlegenheid, want de graagte waarmee men z'n domheid van zoo-even als iets vermakelyks had aangegrepen, had hem zéér gedaan. Hy was beschaamd alsof men hem op diefstal betrapt had... neen, erger!
Want: Wat motje? zeid-i zoo ruw mogelyk. De arme mismaakte stumpert schrok drie waggelingen achteruit. Is uwe niet naakt meer? Wezenlyk niet? Heere-krrristis, wyf de lapsische verbazings-terminologie had school gemaakt wat wil je van me? Ze bekeek Wouter van 't hoofd tot de voeten. Ze had gezegd dat je rooie lappies op je kraag had... W
Juffrouw Krummel vroeg haar echtgenoot of ze werkelyk 'n zoogdier was, en hy die veel levenswysheid had opgedaan aan de beurs, antwoordde na eenig overleg dat-i van zulke praatjes nooit meer geloofde dan de helft. "In dit geval: de laatste" zeid-i er binnen-'smonds by.
"Maar, zeid-i, zeg 't er dan by, als je m'nheer Maaskamp te zien krygt." Met 'n bezwaard hart toog Wouter op-weg. Hy verbeeldde zich dat alle voorbygangers 't hem aanzagen dat-i nu eindelyk de wezenlyke wereld intrad, en bezig-was den "handel" te bestormen. De geringe dunk dien hy van zichzelf had drukte hem neder.
En toen ging de gordyn weer omhoog, juffrouw, heelemaal vanzelf, maar de heer die achter ons zat, zei dat het gedaan werd door menschen die men niet zien kon, misschien wel door den onechten zoon, want zeid-i, zoolang de gordyn neer was, zat-i niet in de gevangenis, en mocht heen-en-weer loopen net als 'n ander.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek