Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 6 juni 2025


Hy duizelt, zinkt te rug, het bloed schuimt door zijn lippen By golven, en zijn hand laat knots en wapen glippen. Men ondervangt hem daar hy neêrzijgt, dringt verwoed Het Reuzendom op 't hart, en steigert uit den vloed; Omringt den Koning, die, met de oogen halfgebroken, "Voort, Hanochs nakroost!" roept, "uws Konings bloed gewroken! Voor u is 't dat het vloeit."

Ik zweer bij 't hoog tooneel van mijn rechtvaardig leven, Gij hebt uw eigen roê mij in de hand gegeven: Als tegen zijnen heer de slave zich opwerpt, Noodzakelijken moet de roede zijn gescherpt, Het lastig juk verzwaard, de hals hem òverwogen, En zijn hardnekkigheid gebroken en gebogen, De stoute hoogmoed van zijn vleugelen gekort; Hoe 't bedde zachter is, hoe hij veel trager wordt, En hoe men hem meer recht en voordeel zal aanbieden, Hoe hem veel meer te kort zal dunken te geschieden: 't Is weelde, die uw jeugd al lang genoeg verschoont, Best dat men u verdrukt en houdt in de oud' gewoont'; De roede is van den neers en eerst in 't vuur gesmeten, Nu 't langer niet en smart, de striemen zijn vergeten; Gelijk de gladde hengst, die op den stal verkoelt, Zijns heeren sporen niet in lange en heeft gevoeld, Noch toom, noch breidels dwang, alreede kwaad om temmen Te noô laat zijnen heer weêr op den zadel klemmen , Het steigert en het briescht, van weelden ongezond; Nu schort u ook 't gebit van ijzer in den mond, 't Is best, dat men u weêr deez' ziekte doet uitzweeten, En voor een vette sop geeft slagen voor uw eten: Gaat henen in 't gareel, gaat henen, bouwt en slaaft, Ik wil, dat gij den weg van uw vertrek opgraaft .

Hoe schudt uw blanke tel den hoogen kop, En briescht, en doet het spichtig oor bewegen, En stampt het zand tot rots met dof geklop, En laat de pluim de zilvren zijden vegen. Daar hebt gij snel uw sneeuwen ros bestegen, En roept, en rukt, en houdt de trenzen op, En steigert heen in golvenden galop, En wendt u in den zaêl, en lacht mij tegen.

De schim glijdt weer voort over het hakhout en de ruiter haar na. Wat zijn die witte gedaanten, die in een kring daar op het veld zitten? Het paard maakt er een sterken zijsprong voor, steigert, met de voorbeenen maaiend, dat de hoeven tegen elkaar kletteren, en stort onderstboven, nadat zijn ruiter al in het zand is gegleden.

Het gehuil van den Hyena verstomt, zij het dan ook voor korten tijd; het gegrom van den Luipaard houdt op; de Apen laten hunne keelgeluiden hooren en klimmen vol angst tot in de hoogste takken; de Antilopen ijlen in razende vlucht door de struiken; de blatende kudde houdt zich doodstil; de beladen Kameel siddert, gehoorzaamt niet meer aan het bevel van zijn drijver, werpt zijn last en zijn berijder af en tracht zich door een snelle vlucht te redden; het Paard steigert, snuift, blaast de neusgaten op en wil terug; de niet aan de jacht gewende Hond zoekt huilend bescherming bij zijn meester.

De redelooze dieren deelen de gewaarwordingen van hunne meesters; een der paarden, met gerekten hals en gebogen kop, snuift hinnekend de lijklucht op; een ander wendt zich, angstig en verschrikt, om; een derde steigert; de honden leggen door niet minder levendige gebaren en bewegingen, hun onrust of hunne nieuwsgierigheid aan den dag.

Ik kan dat boek niet opslaan, of daar zijn de smetten van mijn vingers, als ik doodmoe en laf voor de zon met ontstoken oogen thuis kwam uit dat helle veld rondom Alcazar de San Juan, in de herberg, o, die herberg, en dan neêrviel op mijn bed, o, dat bed, mopperend en me zelven kwellend met mijn kwade luim; om dan gretig te grijpen naar dien gelen bundel op mijn nachttafel, eindelijk, maar altijd te laat, vol verlangen geworden naar den hoogen lach die daar optrillert en steigert uit dat gezegende en eenige boek.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek