Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 12 juni 2025
Hoe schudt uw blanke tel den hoogen kop, En briescht, en doet het spichtig oor bewegen, En stampt het zand tot rots met dof geklop, En laat de pluim de zilvren zijden vegen. Daar hebt gij snel uw sneeuwen ros bestegen, En roept, en rukt, en houdt de trenzen op, En steigert heen in golvenden galop, En wendt u in den zaêl, en lacht mij tegen.
Terstont vrou Giomaer, met yver* aen-gesteken, 1265 Is uyt het stil* vertreck in aller ijl geweken, Sy gaet met grooten ernst* en uytermaten ras, En geeft haer na de zael daer Pretiose was.
Zy wil de nieuwe zael van Uylenburgh stoffeeren Met Italjaensche kunst, in dezen droeven tijd: Schoon Mars, in 't harrenas gewapent, ten bederve Des volx, de landen zet in vier en gloet uit wraeck, Dees tiende Kunstgodin, verkoren bij Minerve, Spreekt door haer schoone verf en stomme beeldenspraeck.
Dat haer noch goet onthael noch gunste sal ombreken . En soo als sy het gist soo wasset dattet viel, Me-vrou ontfingh de maeght als met een open ziel. 1100 Sy blijft gelijck verdwelmt* in hare soete wangen, Sy blijft aen haer gelaet met al de sinnen hangen, Sy neemtse byder hant, sy leytse door de zael, Sy valt haer om den hals en kustse menighmael.
Maiomb' hout onderdies haer sinnen op-getogen*, En wough haer drouven stant met al haer gansch vermogen.* 1170 Sy rijst ten lesten op, en seyt: Eerweerde* vrou, My dunckt ick weet behulp voor desen swaren rou. Wilt ghy een kleynen tijt hier uyte zael vertrecken.
Met dat vrou Giomaer haer man dit hoorde lesen, Soo is in haer gemoet een nieu gewoel geresen. 1250 Sy kent het klein çieraet, sy kustet menighmael, En sijght uyt enckel vreught in onmacht op de zael. De lant-vooght recht haer op, verbaest van dese saken, En staet een lange wijl, onseker wat te maken.
De lant-vooght onderdies koomt treden in de zael, Verwondert dat hy sagh den druck van syn gemael. 1160 En hier op koomt de maeght hem vallen aen de voeten, En gaet hem insgelijcx met drouve woorden groeten; Sy weent, en bid, en smeeckt, met soo een heuschen mont, Dat hem de goede man al med' ontsteken vont.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek