Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 2 juli 2025
Zie hoe de onstuimge zee van neevlen breekt In purper schuim, en juist aan onzen voet! Zij rijst als de oceaan bij manetoover Rondom schipbreukelingen zonder voedsel Op een laag, slijkig eiland. De wolkflarden Verspreiden zich naar boven. 'k Voel den wind Die ze optilt warren in mijn haar; de golven Drijven over mijn oogen nu, mijn brein Duizelt; ziet gij gedaanten in de mist?
De wreede hand, die eenmaal zoo teeder de hare drukte, wringt zich als een strop om den hals, de rechter poogt hare vuist open te breken. De adem begeeft haar. Zij duizelt, en stort plotseling met een luiden slag achterover tegen den haard. Haar rechterslaap wordt gekwetst. Het bloed druppelt over haar wang. Een haardstel met stalen asschop, tang en pook valt luid ratelend naast haar omver.
De eerste stelling van deze beweging is: plaats de linkervoet schuin vóór de rechter, in een hoek van circa 90 graden met den oorspronkelijken stand, zoodat de holte op ongeveer 2 c.M. afstand is van de punt van... mijn hemel! het is mij niet mogelijk het alles op te schrijven... het duizelt mij van standen, stellingen en tusschentellen... Het is zoo met duizenderlei oefeningen op de plaats, met het geweer..., erbarmen!
En duizelt het hoofd ons op het hooren van dat Babel van geluiden, niet minder schemert het ons voor de oogen bij dat verschil van kleuren.
Zoo gaat het in dreunende onaangenaamheid door; men duizelt van den woordenrompslomp, en zelfs als een zin klein is en flink op den man af gaat, komt de schrijver er nog niet goed uit.
Constanz is een merkwaardig oud stadje, met veel bezienswaardige oude gevels; onder meer het raadhuis met eene schilderachtige binnenplaats. De zeer nieuwe bouwstijl heeft zich in de aanbouw zijnde nieuwe stadswijken niet onbetuigd gelaten. Men duizelt van die afwijkende vormen, waarbij het schoone, naar het schijnt, vooral gezocht wordt in het zonderlinge.
Fabrieken zullen er verrijzen, kanalen gegraven, werven aangelegd, stoombooten gebouwd, schepen uitgerust worden, het zal er stoomen en rooken dat het een lust zal zijn, geruisch van raderen en gesnor van wagens zal de doodsche stilte der straten verlevendigen...." »Frits! Frits!" viel Verburg in; »houd toch op, mijn hoofd duizelt al bij het luisteren naar die voorstelling."
"O, Geliefden, wien duizelt niet het hoofd by het beschouwen van zulk een roeping! Hy zal bakeren, bakeren, bakeren tot er niets meer zal te bakeren vallen, en toch blyven voortbakeren! Myne zwakke krachten schieten te-kort by dit denkbeeld! De onnoozele mensch beschouwt, overpeinst, begrypt er niets van, aanbidt en... zwygt. "Ja, zwygen! Daarom verkondigen wy luide onze overtuiging!
Gonsde 't van den kant van 't burchtslot als een nachtwind niet voorby? Met een angstig voorgevoelen staart hy naar de kloosterzij. En hy duizelt van ontzetting, en hy steunt zich aan een stam: Is de jongste dag verschenen? Staat heel de aarde reeds in vlam?
Maar Wies van Hoof zegt: als de vrouwen maar eerst eens zitting in 't Parlement hebben, en Theo Vervoort: Het vleesch-eten veroorzaakt de slechte neigingen in den mensch. Je hebt nog nooit 's zoo'n gesprek van ónze vrienden bijgewoond. Dat zijn 'n levens-opvattingen, 'n idealen door elkaar..." "En duizelt het je dan niet wel 's?"
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek