United States or Palau ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het vee van den rijke was altijd gezond: de paarden waren sterk, de koeien gaven veel melk, de schapen zaten dik in de wol, de varkens dik in het vet. Maar bij den arme kwam er telkens ziekte onder het vee. Dan stierven de beste paarden, de mooiste koeien en schapen, de vetste varkens. En de arme had hoe langer hoe minder geld, om nieuwe te koopen: de ruime stallen werden leeger en leeger.

Op de meeste stallen wordt niet voor behoorlijke ventilatie gezorgd; de koe staat op den stal in een verstikkenden dampkring door de uitademing van zoovele dieren geboren; de mest wordt niet altijd behoorlijk verwijderd, en door hare ontbinding ontstaan andere gassoorten, die der gezondheid schadelijk zijn. Het drinkwater op den stal laat te wenschen over.

Tusschen drie en vier was hij weer op de been, slurpte koffie, ging even naar zijn stallen en dan verder, zonder Rozeke te waarschuwen, naar de kleine herbergjes van het gehucht, waar hij tot laat in den avond bleef drinken en spelen. Den ganschen nacht lag hij dan als een dier aan haar zijde te snurken. Zij voelde zich niet bepaald ongelukkig. Zooals hij was, zoo had zij het van hem verwacht.

In een zekeren berg woont een oude vrouw, die twaalf wonderpaarden in haar stallen heeft; het zou niemand gemakkelijk vallen uit te maken, welk het edelste is! In een hoek staat er echter een, dat oogenschijnlijk melaatsch is; maar het is feitelijk het beste van den geheelen stal en hij, die zich zijn meester mag noemen, kan hooger rijden zelfs dan de wolken. Mijn paard is een van die paarden.

Uren en uren, half op zijn rechterzij gekeerd, lag hij te staren door de groenachtig-grijze, in lood gevatte ruitjes, als zag hij dingen daar, gebeurtenissen, die zijn gansche aandacht in beslag namen. Hij zag iets van zijn erf, hij zag de roze muren en de grijze deuren van zijn schuur en stallen.

De muren en daken van stallen en schuur smolten weg in grijze doezeling van de naakte boomen rezen als zwarte, dor-takkige geraamten uit het dik-besneeuwde gras.

"Waarheen nu?" vroeg Jawschin, daar op dit oogenblik het driespan voor kwam. "Naar de stallen; ook naar Briansky moet ik nog wegens de paarden," antwoordde Wronsky. Hij sprak de waarheid. Hij wilde inderdaad nog naar Briansky, die tien werst van Pargalowo woonde, om hem het geld voor de paarden te overhandigen. Maar de vrienden begrepen dadelijk, dat Briansky niet het eenige doel van zijn rit was.

Maar de arme moest zijn huis, zijne meubels, zijne schuren en stallen oud en leelijk laten worden, hij moest zijn vee stuk voor stuk, zijne akkers en zijne weiden één voor één verkoopen, hij moest zijne dienstboden den een na den ander wegsturen. En hoe hij ook zijn best deed, hoe hij ook werkte en zwoegde en zorgde van den morgen tot den avond het hielp hem alles niets.

Cyrus Smith zag den ongelukkige eenige oogenblikken met diep medelijden aan. Toen zeide hij: "Vriend, in de kraal zijn slechts stallen, die nauwelijks voor die beesten goed zijn...." "Zij zijn goed genoeg voor mij, mijnheer." "Vriend," hernam Cyrus Smith, "wij zullen u nooit in iets tegenwerken. Gij wilt in de kraal leven. Het zij zoo. Gij zult echter altijd welkom zijn in het Rotshuis.

Slechts een enkele drentelde, met de handen in den zak en een pijpstompje in den mond, nog even rond op het kazerneplein, om dan eveneens naar binnen te gaan. Frits Jansen was een van de laatsten, die zich ter ruste begaf..... In de stallen verspreidden eenige blikken lantaarnen, aan ijzerdraad, hun sober licht.