United States or Ethiopia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Deze elementen zijn door beide bovengenoemde dichters vereenigd tot een geheel; want eenheid is er, al is zij niet van hooger orde dan die in het bekende sprookje: Toen ging hij naar de Galg: "Galg, wil jij Man hangen? "Man wil niet Os dollen, "Os wil niet water slobberen ... ... Ja, zei Galg. En Galg hing Man, En Man dolde Os En Os slobberde water enz.

Wij zweefden hand in hand terug naar een zonnige tooverwereld, en het sprookje van het rijk der zaligen, dat wij daar voor ons zagen in verblindende pracht en verrukkelijk genot, was de droom, dien ik als kind het liefste droomde, en meteen het schoonste tijdperk van het leven der Koningin van Aegypte. »Het begon voor de poort van den Epicuristen-tuin. Op de rivier Kydnos werd het voorgezet.

Het is een sprookje uit de 1001 nacht. Waar blijft gij, Aladijn met uw wonderlamp? Hebt ge hier uw schatten gevonden? Nu komen wij op het terras; het panorama is hier overweldigend. Diep beneden ons de onmetelijke zee, in den namiddag violet getint. Een rand van blank schuim omzoomt de kust. De witte weg naar Salerno slingert zich tusschen groene wijngaarden en verliest zich in de verte.

Ktesias, de lijfarts van Artaxerxes Mnemon was de eerste, die een Olifant volgens eigen waarnemingen beschreef. Hij zag dit dier levend te Babylon, waar het waarschijnlijk uit Indië was gebracht. Hij was de eerste, die het sprookje verbreidde, dat de olifant geen gewrichten in de pooten heeft, niet kan gaan liggen en hierom staande slapen moet.

Maar vooral, het sprookje moet eenvoudig zijn en verstaanbaar, moet liggen binnen het bereik der kinderziel. Juist hierdoor echter is de oude sprookjeskern beter bewaard gebleven: vooreerst, omdat het gekunstelde ontbreekt, maar ook, dewijl het kind steeds op dezelfde wijze wil verhaald hebben. Zelfs een lichte verandering duldt het niet: "dat is niet juist, niet goed," zegt het dan.

Terwijl hij naar haar luisterde, werden zijn oogen vochtig en zacht zei hij tegen haar: "Wie heeft je op dat idee gebracht, Maroessia?" "Ik ken een roovergeschiedenis, die mij daaraan deed denken," antwoordde het meisje. "Ik herinnerde mij, hoe de vrouw van den struikroover uit het sprookje gevlucht was, en ik zei bij mezelf: Dat zullen wij ook doen."

Hij speelt met zijn eigen verwardheid, slaat munt uit zijn eigen grilligheid. Dit nog wat heel vage sprookjeder Goldene Topfbekoort misschien minder dan zou kunnen zijn, omdat de schrijver er een jongeling zich laat verlieven op een slang, die weliswaar eigenlijk een mooi meisje in betooverde gestalte blijkt te zijn, maar wat toch iets onaangenaams heeft.

Hier behoeft men de oorzaak niet ver te zoeken, daar het sprookje eenvoudig rusten kan op eene speling met het woord Myra, hetwelk taalkundigen weten, dat zoowel welriekend vocht, als de bisschoppelijke stad van Lycië beduidt. Nadat nu het gerucht eenmaal in omloop was gekomen, werd het hoe langer hoe verder verbreid. De Faam vloog naar Europa over. Ook van daar kwamen er bedevaartgangers te Myra.

In de diepten daarvan sluimert de marmeren Holger de Deen. Zijn handen rusten op den knop van het zwaard, dat tusschen zijn knieën staat, aan zijn zijde leunt het ronde schild, en als het vaderland in gevaar is, treedt hij te voorschijn op het terras. Zoo luidt de sage en zoo verhaalt het sprookje van Andersen.

Een oostersch sprookje zegt, dat de roos door God wit was geschapen, maar dat, toen Adam haar een oogenblik bij haar ontluiking aanschouwde, zij beschaamd en rood werd. Wij behooren tot hen, die voor meisjes en bloemen beschroomdheid gevoelen, wijl wij ze eerbiedwaardig vinden.