United States or Guyana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Aarne verwerpt de naturalistische en anthropologische theorie en keert vrij wel tot de historische opvatting terug. Voor hem is elk sprookje oorspronkelijk éen gesloten geheel, éen afgeronde vertelling, die slechts eens, op een bepaalde plaats is ontstaan.

Ik zou dat sprookje maar niet verder uitkramen; want het mocht u eens kwalijk bekomen, als de Jonker van Craeihorst terugkomt."

Want het volksleven is veel meer gevoels- dan geestesleven. Zelfs op het veld der wetenschap doet dit gevoelsleven zijn rechten gelden en verkiest het de bekoorlijke, dichterlijke, fantastische verklaring boven den soberen, logischen redeneertrant. Een sprookje is het volk liever dan een betoog. Zoo vertroebelt het gevoel de volkswetenschap en maakt ze in zekeren zin tot een kunstvorm.

Wat gij mij vertelt heeft veel van een sprookje. Op mijn leeftijd is men al even nieuwsgierig als de kinderen. Het zou wreed zijn mij te lang in spanning te laten. Vertelt mij daarom alles en ik zal u eeren, zooals vorsten elkander eeren. Deelt mij alles mede wat gij van den jonggeborene weet, en ik zal u naar hem helpen zoeken.

Toch werd hij niet boos, want een dag of wat later zond hij haar als speelgoed een koets met een gelaarsde kat er voor en het sprookje van Perroult ten geschenke.

De totaal-indruk is die van grenzenlooze verkwisting, van alle maat en perk te buiten gaande pracht: het is een visioen uit een of ander oostersch paleis, een sprookje uit de Duizend-en-een-Nacht, plotseling tot werkelijkheid geworden.

Soms herkent men in die trekken met moeite nog de een of andere oude sage of sprookje. Maar heel dikwels zijn het niets dan kleine bedenkseltjes. »Les contes de Bretagne sont si vains et plaisants", heet het.

Zij zag hem liggen in 't kruid; zij zag zich zelve klein Anneke van toen met den blonden knaap door 't heidegewas stappen. "Allemaal van ons" had hij gezeid. Zij had den achtergrond der hut van den bezembinder nooit duidelijk gezien, wanneer zij aan den knaap gedacht had; of was hij juist dáárom als een verborgen prinsje voor haar geweest, die een sprookje gemaakt heeft van zijn leven?

't Ligt zoo voor de hand te gelooven, dat deze jonge menschen een warme liefde voor elkaar koesteren; maar wie kan dit zeker weten? In losse en verspreide stukken heeft het schitterende sprookje van hun leven mij bereikt. Ik weet immers niets van wat er diep in hun zielen leefde. Wat kan ik zeggen van de motieven tot hun daden?

Hij is het, van wien Plinius een aardig sprookje vertelt: een knaap had, door herhaaldelijk een Dolfijn met brood te voederen, diens genegenheid in zoo hooge mate gewonnen, dat dit dier hem verscheidene jaren achtereen, iederen dag over het meer Lucrinus naar de school in Puteolie droeg en op dezelfde wijze weer thuis bracht.