Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 24 juni 2025
Toch draagt de prent de dagteekening 1639, en het leek in dat jaar in het Kanaal voor Duins weinig naar eene zoodanige heerschappij. Maar de Regenten lieten niet met zich spotten: ze hadden er den wind onder. Het is deze verhouding tusschen heer en dienaar, die Rembrandts plaat voor ons bewaard heeft; in enkele lijnen worden hier boekdeelen gezegd.
Hij kon daar zoo meedoogenloos met ons staan spotten, bewerend dat wij knoeiers waren, dat wij niets van 't schaatsenrijden kenden en hij ging weddenschappen met ons aan, dat hij, zonder schaatsen, op zijn klompen, vlugger den vijver om zou toeren dan wij op onze ijzers.
Deugniets vader haalde zijn schouders op, maar zijn moeder kon 't niet helpen, dat zij er eigenlijk, in haar hart, blij om was. Deugniet stond niets goeds te wachten dat begreep zij maar al te best. Fee Goed-Hart liet niet met zich spotten, als er stoutheid in 't spel was; stellig zou zij een strenge berisping, ja, mogelijk wel een flinke straf voor hem klaar hebben.
In weerwil van zijn betrekkelijk geringe grootte is de Veelvraat geen tegenstander om mede te spotten, omdat hij buitengewoon sterk, woest en flink gewapend is. Tegen den mensch verweert hij zich alleen, als hij hem niet meer ontwijken kan.
Wanneer zij u beziet, dringt haar blik u tot in het binnenste der ziel en doet u ijskoud worden." "Welk portret maakt gij daar van mijne nicht!" "Indien zij uwe nicht is, Willem." "Gij twijfelt er aan? Wat wilt gij zeggen?" "Ik weet het zelf niet. Gij zult met mij spotten, evenals Peternelle.
In zulke gevallen is men licht geneigd tot toorn, en niet dan met de grootste moeite bedwong Juda zich, om met een stijf lachje te kunnen zeggen: Ik heb wel eens hooren beweren, dat er menschen zijn, die met hunne toekomst kunnen spotten; ik bemerk dat ik niet tot hun getal behoor.
Weet wel, met mijne ongenade valt niet te spotten. En nu vooruit, aan het werk! en vlug ook!" "Key, Key!" zoo klonk eene diepe, bedarende stem, "wat vaart gij toch uit tegen een knaap, die u tot dusverre niets misdaan heeft! Kunt ge dan niet zien, dat het werk, hetwelk gij hem opdraagt, nieuw voor hem is en dat hij allerminst gewend is, om op zulk een toon toegesproken te worden?
Ook hier schijnt het, alsof de natuur heeft willen spotten met den mensch en zijn kunstvaardigheid, en heeft willen toonen hoe, wat hij als wonderwerken beschouwt, slechts een spel is voor haar ontzagwekkende macht.
Nu verzette haar trots zich: wat hoefde hij er naar te vragen, hij, die alleen maar spotten kon; wat ging 't hem aan? En met 'n lichte ironie, die hij niet van haar kende, antwoordde ze: "Ja, erg in trek zijn die tegenwoordig niet... Ik heb ze maar zelf grootendeels weg gedaan, dat ik plaats hield voor andere dingen, practische dingen." "Beeld-je je dit alles in, of ben-je wezenlijk veranderd?
Gij zult ziek worden, zeg ik u. Wij leven waarlijk niet in een land, waar de avondlucht met zich spotten laat." "Is dat ook uwe meening, André?" vroeg Lidewyde, zich tot Emma's bruidegom keerend. "Zeker is zij dat," antwoordde Dijk in zijne plaats.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek