Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 27 mei 2025


»Ja, heer, zoo zal het gegaan zijn. En nu zal die Amat wel zelf naar de Soengei Tekoeng gaan, om de diamanten te halen." »De schurk!" siste Kees. Nog eenigen tijd verdiepten ze zich in hun vermoedens. Toen liet de vermoeidheid zich weer geducht voelen. Kees dacht er over een geschikte plek te zoeken, om even uit te rusten.

»De zaak is deze, Petinggi: van de gevangen Sibaoe's heb ik een en ander gehoord omtrent de Soengei Tekoeng, en tevens omtrent den Maleier Amat, die mij vroeger verraden heeft. Nu wil ik de bala voor korten tijd verlaten, om hier eenige onderzoekingen te doen. Ook wil ik trachten, den verrader op te sporen.

»Zeker, heer, het is een zijrivier van de Soengei Pejang, die weer een tak is van de Soengei Sibaoe." »Nu, daar wil ik heen; zoek een man, die mij daar heen kan brengen," vervolgde Kees, die moeite had zijn vreugde niet te laten blijken. De Dajak kuchte weer. Hij scheen iets te willen zeggen, doch wachtte af. »Wat is er, Senawa? Je hebt nog iets te vragen."

Ik heb je nog iets heel belangrijks te zeggen. Je bent de vriend van mijn jongensjaren geweest en ook mijn eenige beste vriend in dit vreemde land. Ten slotte ben jij de eenige, die gedurende mijn ziekte naar me omkijkt. Nu wil ik jou nog een dienst bewijzen." Kees vond geen woorden en zat den zieke eenigen tijd met diep medelijden aan te kijken. Deze vervolgde: »Weet je de Soengei Tekoeng?"

Het leed geen twijfel, of men was op den goeden weg, die rechtstreeks naar het land der Sibaoe's voerde. De vreugde en de opgewondenheid onder de Kenjaoe's was groot. Ook Kees uitte zijn blijde tevredenheid; hij kwam meer nader bij zijn doel: de Soengei Sibaoe, waar de schat der diamanten verborgen lag. Door het lange oponthoud van den vorigen dag was men de Sibaoe's geheel kwijt geraakt.

Toen vroeg Petinggi Datoek plotseling: »Wat wilt u toch eigenlijk zoeken bij die Soengei Tekoeng?" »Dat kan ik je niet zeggen, Petinggi! Het is een geheim en niet eens van me zelf, doch van een ander, zoodat ik er zeker niet over spreken mag."

»Hier dichtbij is misschien niet veel, Senawa, dat is mogelijk. Maar ik weet een plek, waar veel steenkool in den grond moet zitten, en daar wilde ik eens gaan onderzoeken." »Waar is dat dan, heer?" »Aan de Soengei Tekoeng." De Dajak zeide niets, doch kuchte eens. »Weet je die rivier?" vroeg Kees.

»Neen, er is ook nog een weg langs de Soengei Sibaoe, maar die is mij ontraden. Die rivier loopt door uitgestrekte moerassen, waar het zeer ongezond is. Onze eerste zorg moet nu zijn, bij die Sibaoe-dajaks te komen; van hen hooren we dan misschien wel iets over een anderen terugweg." »Die Sibaoe's zijn beruchte koppensnellers," zei Marti droogjes, »misschien komen we wel in 't geheel niet terug."

»Natuurlijk, heer! als het in onze macht ligt." »O, het is heel gemakkelijk, Petinggi!" »Dan zal het gebeuren, heer!" »Welnu, Petinggi, je weet, dat ik vroeger ook al in dit land geweest ben. Het was mijn doel te zoeken naar de Soengei Tekoeng. Het is je bekend, dat ik toen mijn doel niet bereikt heb. Ik moest vluchten voor de verraderlijke plannen der Sibaoe's.

Bovendien, ik moèst hem wel wegsturen, want mijn geheim moet veilig zijn...." Nog even, argwanend, spiedde Kees in de duisternis. Doch er was niets, dat ongerustheid kon wekken. De zieke begon, terwijl Kees Smit voor alle zekerheid eenige namen in zijn zakboekje aanteekende: »Je moet de Soengei Tekoeng opvaren, tot je bij een groote riam komt.

Woord Van De Dag

vreugdelooze

Anderen Op Zoek